Haagse trein naar Brussel een stap dichterbij

DEN HAAG - De eigen treinverbinding van Den Haag met Brussel is weer een stap dichterbij.
De Europese Unie heeft een streep gezet door regels die de Nederlandse regering had gesteld aan het opzetten van een nieuwe internationale treinverbinding, schrijft de Haagse wethouder Peter Smit (VVD, vervoer) aan de gemeenteraad.
De Europese Unie heeft het internationaal passagiersvervoer per trein al een tijd geleden geliberaliseerd. Dit betekent dat iedere vervoerder een internationale treindienst mag exploiteren zonder een concessie daarvoor. Maar daaraan zijn wel voorwaarden verbonden. Het hoofddoel van zo’n treindienst moet ‘grensoverschrijdend personenvervoer’ zijn en de lijn mag het ‘economisch evenwicht van bestaande concessies niet in het gedrang’ brengen.

Nederland maakte eigen regels

Nederland had aan deze Europese richtlijn eigen voorwaarden verbonden. Een daarvan was dat een nieuwe spoorlijn niet meer dan 25 procent binnenlandse passagiers mag vervoeren. En een tweede, dat het aantal reizigers op het hoofrailnet als gevolg van de nieuwe verbinding niet meer dan 0,4 procent mag dalen.
De Haagse VVD-Europarlementariër Hans Baalen kaartte deze eigen Nederlandse voorwaarden aan bij de Europese Commissie. Hij stelde er vragen over. En uit de antwoorden blijkt nu dat de commissie die strijdig vindt met de Europese regels. Op 18 juli heeft de Europese Commissie zelfs besloten dat de twee voorwaarden buiten werking worden gesteld.

Wethouder verheugd door besluit

De Autoriteit Consument en Markt (de voormalige NMa) moet nog bepalen of de nieuwe lijn is toegestaan. Maar het gevolg van het besluit van de Europese Commissie is dat de ACM de komst van de LageLandenLijn ook niet meer mag toetsen aan die Nederlandse regels. Smit is daar heel blij mee. ‘Ik ben verheugd over deze ontwikkelingen,’ stelt hij.
De Nederlandse Staat kan overigens nog wel in beroep gaan tegen het besluit van de Europese Commissie.