Van Aartsen: gemeenten missen kennis om teruggekeerde Syriëgangers op te vangen

DEN HAAG - Gemeenten missen de kennis en instrumenten om teruggekeerde Syriëgangers op te vangen. Dat schrijft de Haagse burgemeester Jozias van Aartsen aan de gemeenteraad.
Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de opvang van 'terugkeerders'. Daarvan zijn er in Den Haag 6, van wie 1 minderjarig is. Het vaststellen en behandelen van (oorlogs)trauma's 'vergt specifieke kennis die niet op alle plaatsen aanwezig is', schrijft Van Aartsen. Volgens de burgemeester zijn er geen instrumenten om mensen aan te pakken die hulp weigeren. Deelname hangt af van vrijwillige medewerking van de terugkeerder.
Het Haagse stadsbestuur vindt dat 'teruggekeerde en tegengehouden jihadisten meteen na hun terugkeer of hun tegenhouding moeten worden gescreend door een gespecialiseerde gedragsdeskundige, desnoods tegen hun wil'. Zolang teruggekeerde jihadisten als een gevaar worden gezien moeten zij een verantwoordelijkheid zijn van de rijksoverheid, aldus Van Aartsen.

Oordeel van de rechter

Een beslissing tot gedwongen deelname aan een deradicaliseringsprogramma kan volgens de burgemeester worden getoetst door een rechter. Pas als iemand geen gevaar meer vormt gaat een terugkeerder in een gemeente wonen, waar hij wordt opgevangen en begeleid.
Vanuit Den Haag zijn er 33 mensen naar Syrië vertrokken, onder wie 4 vrouwen. 8 Hagenaars zijn volgens Van Aartsen vermoedelijk overleden. Zo'n 20 inwoners van de stad die plannen hadden om naar Syrië te vertrekken zijn tegengehouden. Van 9 minderjarigen is het paspoort ingetrokken of vervallen.

Sleutelfiguren

De gemeente besteedt veel aandacht aan het voorkomen van radicalisering en polarisatie. Zo worden 'sleutelfiguren' geworven en getraind met 'als opdracht om de maatschappelijke discussie te stimuleren en zonodig aan te jagen'. Die discussie kan bijvoorbeeld gaan over jihadisme, maar ook over de onderliggende problematiek.
Volgens Van Aartsen is de harde kern van jihadisten en sympathisanten klein; het gaat om enkele tientallen Hagenaars. Maar omdat een geradicaliseerde enkeling 'enorme schade' kan toebrengen is het volgens Van Aartsen belangrijk om veel aandacht aan de problematiek te besteden. In het preventiebeleid schenkt de gemeente 'bijzondere aandacht' aan meisjes, omdat zij ook vatbaar zijn gebleken voor 'ronselpraktijken'.