'Jihadverdachten uit Den Haag zijn activisten die expres provoceren'

DEN HAAG - De Haagse jihadverdachten die sinds maandag terechtstaan, zijn activisten die expres provoceerden. Dat zei onderzoeker Martijn de Koning tegen de rechtbank. 'Spektakelactivisten' noemt hij ze, met duidelijk het doel een tegenreactie uit te lokken.
De mannen van de Contextgroep waren al langer bezig hun
. Ze deden dat al via het project Straat Dawah, daarin gingen ze de straat op om met mensen te discussiëren over de islam.
, vanwege hun extremistische gedachtengoed. Daarom
.
'Om hun boodschap nog verder te verspreiden, zochten ze mediagenieke invalshoeken', legde De Koning uit. 'Bidden op straat, zwaaien met de zwarte zegelvlag, die dingen doen het goed op tv of foto's. Die aandacht gebruiken ze om hun boodschap te verspreiden. En natuurlijk is het wachten op een tegenreactie, dat speelt ze in de kaart.'

Slag bij Hondius in Regentessekwartier

Zo'n tegenreactie komt er bijvoorbeeld in de Hondiusstraat in het Regentessekwartier. In september 2013 komen ze daar op een voetbalveldje bij elkaar, maar de politie maakt vroegtijdig een einde aan de bijeenkomst. Er vallen klappen en vijf mannen worden gearresteerd. Sommigen noemen het nu nog gekscherend de Slag bij Hondius, aldus de rechter.
Toch schrikt de Contextgroep van de reactie van de politie. 'Dat de politie zou komen, verwachtte men wel', vertelt De Koning. 'Dat zie je al aan het feit dat ze mij hadden uitgenodigd. Dat was echt niet vanwege mijn voetbalkwaliteiten, maar zodat iemand verslag kon doen mocht er iets gebeuren. Maar dat de politie zo hard zou optreden, hadden ze niet verwacht. Die jongens raakten ineens de controle kwijt over hun activisme.'

Impact zwarte vlaggen onderschat

De zwarte zegelvlag die werd gebruikt, wordt door het publiek al snel geassocieerd met IS en de gruwelijkheden in het Midden-Oosten. 'Dat hebben deze mannen in de Hondiusstraat echt nog volledig onderschat', stelt De Koning. 'De impact van die vlag werd daar voor het eerst duidelijk voor ze.'
Een jaar later, in de zomer van 2014, wordt veelvuldig met de vlaggen gezwaaid tijdens demonstraties in de Schilderswijk. Azzedine C. is daar de zegsman van de groep en voert via een draagbaar speakertje het woord. 'Je kunt hem wel aanduiden als duidelijk pro-IS', vindt De Koning. Azzedine hoort het aan knikt instemmend met zijn hoofd.

De 'inner circle' van de jihadronselaars

Martijn de Koning is verbonden aan de universiteiten van Nijmegen en Amsterdam. Hij deed mee aan een internationaal antropologisch onderzoek naar extremistische moslim-jongeren. Zowel in België als Nederland en later ook Duitsland brachten ze in kaart wie de jongens zijn en wat ze willen. Ze publiceren hun bevindingen in het rapport 'Eilanden in een zee van ongeloof'. De Koning nam het Nederlandse deel voor zijn rekening en had daarom veelvuldig contact met de groep in Den Haag, waarvan er nu tien terecht staan voor opruiing, ronselen en lidmaatschap van een terroristische organisatie.
De rechter vraagt De Koning maandag wie hij zou benoemen als de nummers 1 tot en met 10 binnen de groep. Daarop wil hij niet ingaan. 'Want dan zou ook meteen duidelijk zijn wie de nummers 11 tot en met 20 zijn en dan gaat het misschien over jongens die hier niet terecht staan.' De Koning wil nog wel zeggen dat Azzedine C., Rudolph H., Oussama C. en de vermoedelijk in Syrië omgekomen Soufiane Z. de 'inner circle' vormden. Maar nummers 1 tot en met 10 wil hij niet benoemen. De rechter herinnert hem er nogmaals aan dat hij als getuige verplicht is vragen naar waarheid te beantwoorden, maar De Koning houdt voet bij stuk. De rechter laat het maar zo. 'Ik kan u hier nu niet gijzelen.'