Hulplijn radicaliserende jongeren verlengt activiteiten met een jaar

© Archief
DEN HAAG - Het gaat goed met de hulplijn van het Samenwerkingsverband van Marokkaanse Nederlanders (SMN). De hulpverlening startte in januari dit jaar en was van plan een jaar lang hulp te bieden aan ouders van radicaliserende jongeren. Nu, negen maanden later, blijkt de hulp nog steeds nodig.
‘Het gaat inderdaad goed’, zegt SMN-woordvoerder Farid Azarkan tegen Omroep West, ‘maar dat geeft tegelijk aan dat de hulp jammer genoeg nog steeds hard nodig is’.
Bij de start van de hulplijn gingen zij uit van de begeleiding van 100 ouders, in één jaar tijd. Nu is het jaar nog niet eens om en zijn er al 80 ouders die op regelmatige basis hulp krijgen van het SMN. ‘Wij hebben onze doelstelling nu al gehaald.'

Fondsen aangevraagd

Er is daarom besloten nog een jaar door te gaan. De fondsen hiervoor zijn al aangevraagd en toegezegd.  De activiteiten van het SMN, waaronder de hulplijn, zijn mogelijk door inzet van 42 vertrouwenspersonen, verspreid over 10 gemeenten. In onze regio zijn zij actief in Den Haag, Delft en Zoetermeer.
Naast de hulplijn verzorgt het SMN ook informatiebijeenkomsten om zo veel mogelijk instanties en mensen te informeren over wat radicalisering inhoudt en hoe dat het beste aangepakt kan worden. ‘Wij leiden ook medewerkers van gemeentelijke organisaties op tot vertrouwenspersonen, want ook die instanties blijken nog niet genoeg kennis in huis te hebben over radicalisering’.

Lotgenoten verenigd

Het SMN heeft daarnaast lotgenoten bij elkaar weten te brengen. ‘Ouders van omgekomen radicaliserende jongeren kunnen wij door middel van speciale bijeenkomsten in kleine groepen begeleiden. Met de hulp van specialisten zoals psychologen, hopen wij hen te kunnen helpen met de verwerking van hun verlies.'