'Republikeinen' D66 willen beter profiteren van 'koninklijk' toerisme in Den Haag

Paleis Noordeinde
Paleis Noordeinde © ANP
DEN HAAG - D66 staat niet bekend als groot voorstander van het koningshuis. Toch wil de Haagse fractie dat de stad beter profiteert van alle koninklijke paleizen en monumenten. Den Haag heeft volgens D66 een ‘unieke toeristische troef’ in handen. De partij ziet dan ook kansen om de 'koninklijke kaart' in Den Haag nog beter te spelen.
Is het niet gek om tegen het koningshuis te zijn maar wel te willen profiteren van de daarbij horende pracht en praal? We vragen het aan fractievoorzitter Robert van Asten van D66 Den Haag.
‘We zijn niet principieel tegen het koningshuis. Alleen tegen het democratische gehalte ervan. Wat D66 betreft mag de rol die de koning speelt in de regering worden afgeschaft. Het ceremoniële gedeelte vinden we prima. Het is op zich een mooi instituut, waar we als land ook baat bij hebben. Kijk maar naar de handelsreizen zoals die naar China. In dat kader zou een beter geregeld koninklijk toerisme onze stad veel kunnen opleveren.’

Hoe moet de ‘koninklijke kaart’ nog beter gespeeld worden?

‘D66 pleit al langer voor het openstellen van alle Haagse paleizen voor publiek. Dat zou naast leuk voor inwoners voor Den Haag ook een enorme boost geven aan het toerisme naar de stad. Nu al werkt zo’n 10 procent van de Hagenaars in deze branche. Het toerisme is hiermee een belangrijke banenmotor, waar nu en in de toekomst veel banen in te vinden zijn. Helaas houdt het Rijk de paleizen potdicht.’

En wat nu? Wachten tot de paleizen wel open mogen?

‘Natuurlijk niet. D66 doet in de raad drie voorstellen om ‘ons koninklijk goud’ alsnog te verzilveren. Zo willen we toegankelijke informatie rondom koninklijke paleizen en monumenten. Een toerist die nu op eigen houtje de stad bezoekt, kan nergens over de geschiedenis van Paleis Noordeinde lezen, zelfs al staat hij er recht voor. Of lezen wie de man is, die zittend op een paard tegenover het paleis wordt afgebeeld. Dat komt omdat er nergens informatieborden staan. Niet voor dit paleis, niet bij de stallen en ook niet bij de andere Haagse paleizen en monumenten. Een tweede idee is om een ‘Kroontjesroute’ door de stad te markeren. In combinatie met betere informatievoorziening in verschillende talen kan iedereen zo de koninklijke hoogtepunten van de Hofstad ontdekken. Als laatste zouden we graag zien dat het aanbieden van de geloofsbrieven van ambassadeurs aan de koning een evenement wordt. Dat kan heel simpel door beter te communiceren wanneer het aanbieden plaatsvindt.’