Fractievoorzitter CDA Midden-Delfland zou eigenlijk moeten opstappen, vindt burgemeester Rodenburg

Arnoud Rodenburg | Foto via Twitter (@Midden_Delfland)
Arnoud Rodenburg | Foto via Twitter (@Midden_Delfland)
MIDDEN-DELFLAND - Burgemeester Arnoud Rodenburg van Midden-Delfland vindt dat de fractievoorzitter van het CDA eigenlijk zou moeten opstappen. Dat omdat hij medeverantwoordelijk was voor de grote onrust die ontstond over de herbenoeming van Rodenburg. Rodenburg zei dat vrijdag in Studio Haagsche Bluf op Omroep West.
Lees hier het uitgeschreven interview met presentator Tjeerd Spoor in gesprek met burgemeester Arnoud Rodenburg van Midden-Delfland.
Rodenburg: 'Het is een vervelende situatie. Ik vind wel: er moet een grondige reflectie komen op het functioneren van de gemeenteraad. Dat zegt de commissaris ook. De mensen die gestemd hebben, die zullen ook naar zichzelf kijken. Daar ligt de verantwoordelijkheid voor de raadsleden.'

Omroep West: Als politici dat altijd zeggen, dat ze naar zichzelf moeten kijken, betekent dat volgens mij altijd, vrij vertaald: nadenken of ze nog wel moeten blijven zitten?

Rodenburg: 'Dat is het. Dat is natuurlijk sowieso de vraag die daarbij hoort.'

Want kan een fractievoorzitter van het CDA, die het zo uit de hand heeft laten lopen, nog blijven zitten? Dat begrijpt toch niemand?

'Er worden heel veel vraagtekens bij dat soort kwesties gezet. En als ik naar de bevolking luister, dan zijn die vraagtekens heel groot.'

U zegt dus vrij vertaald: hij kan beter de eer aan zichzelf houden.

'Wat u zegt. Eer aan zichzelf houden. Dat zijn wel beslissingen die de mensen zelf moeten maken.'

Verbaast het u eigenlijk niet dat hij er nog zit? Als je toch een vent bent, dan stap je toch op en zeg je: ik heb het verkloot. Wegwezen en dit was het?

'Ik denk het wel. Ik vind het in ieder geval heel vervelend. Ik heb mensen gesproken en ik laat het aan hen om die conclusies ook te trekken. Het zijn heel serieuze, indringende gesprekken die je voert. Dus ik denk dat er ook een heel serieus en indringend antwoord op gaat komen.'

Want het wordt toch moeilijk voor u om met zo iemand door een deur te gaan, toch?

'Dat is moeilijk, maar daar zijn ook gesprekken voor. En ik zeg ook tegen iedereen: mijn gemeenteraadsleden wonen in onze gemeente. We komen elkaar tegen. We komen elkaar tegen bij de sociale activiteiten, bij vrijwilligerswerkactiviteiten - waar ook raadsleden intensief en goed werk doen - maken we deel uit van het maatschappelijk netwerk van onze gemeente. Dan kan je inderdaad in de politiek een taak vervullen, een verantwoordelijkheid hebben. Als daar een heel ellendige kwestie aan de orde is, zoals dit, dan zeg ik: oké, richt je dan vooral op de maatschappelijke activiteiten in de dorpen en laten we daar ook vooral elkaar in blijven waarderen.'

Het is heel duidelijk wat u zegt. Goed als zoiemand actief blijft in het dorp, maar niet meer in deze functie. Want laten we eerlijk zijn: dat is gewoon toch onmogelijk?

(Rodenburg maakt een instemmend geluid)