Hagenaars vinden homoseksualiteit prima, maar zoenende mannen vinden ze niks
DEN HAAG - Een grote meerderheid van de Hagenaars heeft geen probleem met homoseksualiteit. Toch vindt één op de vier het aanstootgevend als twee mannen in het openbaar zoenen. Dat blijkt uit het stadspanel van de gemeente Den Haag, dat donderdag gepubliceerd is. Er deden zo’n duizend deelnemers mee aan het onderzoek.
Ruim negen op de tien respondenten zijn van mening dat homoseksuele mannen en vrouwen hun leven moeten kunnen leiden zoals zij dat willen. Ook vindt negentig procent dat het homohuwelijk niet afgeschaft moet worden. Op de vraag 'Homoseksuele paren moeten dezelfde rechten hebben als heteroseksuele paren bij het adopteren van kinderen' antwoordde bijna driekwart van de deelnemers positief.
Daar staat tegenover dat achttien procent moeite heeft als twee vrouwen elkaar zoenen in het openbaar. Eén op de tien Haagse respondenten geeft aan seks tussen homoseksuele mannen 'walgelijk' te vinden. Seks tussen twee vrouwen wordt iets meer geaccepteerd. Dat vindt zes procent 'walgelijk'.
Kritiek op vraagstelling
De vraagstelling in het onderzoek leverde vorig jaar kritiek op van homobelangenorganisatie COC. Zo moesten respondenten reageren op stellingen als 'Biseksuelen zijn er nog niet uit wat hun seksuele voorkeur is' en 'Seks tussen twee homoseksuele mannen vind ik walgelijk'.
COC-voorzitter Arnout van Kooij gaf aan enorm geschrokken te zijn. 'De stellingen doen bij onze achterban heel erg veel pijn. Het voelt alsof ons geweld is aangedaan', reageerde hij destijds. De gemeente bood later haar excuses aan tijdens een gesprek met het COC. Een woordvoerder verklaarde met dit onderzoek de emancipatie in de stad te willen bevorderen.
Homovriendelijke stad
Toch is van Kooij wel blij met de resultaten. 'We zijn er natuurlijk nog niet, maar ik heb nu wel het gevoel dat ik een homovriendelijke stad woon. Het is nog wel jammer dat 1 op de 4 het aanstootgevend vindt als mannen op straat zoenen. Ik denk dat we meer voolichting zouden moeten geven op scholen. En ook in de voetbalkantine moet nog wat werk worden verzet.'