Katwijkse moeder en dochter uitgezet: koffers staan al klaar

KATWIJK - De Katwijkse Ardita Ramadani uit Kosovo heeft de koffers al klaar staan voor het verplichte vertrek van haar en haar 5-jarige dochtertje Nerona. De twee zijn uitgewezen naar het geboorteland van Ardita: Kosovo. 'Er wordt gezegd dat ik het land moet verlaten', zegt een verdrietige Ardita Ramadani. 'En als ik het niet vrijwillig doe, dan word ik door de politie meegenomen.'
Ardita woont al sinds haar dertiende in Nederland. Zestien jaar geleden ontvluchtte ze een gewelddadige thuissituatie. Vijf jaar geleden werd haar dochter Nerona in Nederland geboren. Ondanks dat is besloten tot uitzetting van beiden. Nerona is er verdrietig van, vertelt Ardita. 'Ze is niet meer het kind dat ze was.'
Ardita heeft in Kosovo niemand meer om op terug te vallen. 'Mijn vader woont in Kosovo, maar die wil niks van mij weten. Ik ben niet welkom bij mijn vader, omdat ik een kind heb en niet getrouwd ben. Hij schaamt zich daarvoor.'

Petitie

'Ik zou het schandalig vinden als ze na zestien jaar weer terug moet', vertelt 'pleegoma' Adriana van der Marel. 'Ardita heeft daar helemaal geen leven meer. En een toekomst ook niet, want een ongehuwde moeder is daar niets.'
De Christelijke Opleidingsschool in Katwijk is samen met inwoners een petitie begonnen om te voorkomen dat de twee weg moeten. Zij vinden dat je iemand die al 16 jaar deel uitmaakt van de Katwijkse gemeenschap, hier veel vrijwilligerswerk verricht en haar sociale leven heeft opgebouwd, niet kunt terugsturen naar Kosovo.
Wellicht dat burgemeester Jos Wienen nog iets kan doen voor haar en Nerona, waardoor de uitzetting kan worden voorkomen. Ardita: 'Je blijft hopen...'