Van Aartsen bij afscheid: 'Pas goed op de stad'

DEN HAAG - Burgemeester Van Aartsen van Den Haag heeft afscheid genomen in een warm bad vol mooie woorden. De burgemeester werd uitgezwaaid in een speciale vergadering van de gemeenteraad van Den Haag. Hij kreeg lof toegezwaaid door de Zuidhollandse commisaris der koning Jaap Smit, de burgemeesters van Rotterdam, Ahmed Aboutaleb en Madurodam, Noah van Meekeren, en staatssecretaris Sander Dekker van Onderwijs.
Jaap Smit roemde het moment waarop Van Aartsen vertrekt. 'Door nu te gaan biedt hij de tijd aan zijn opvolger Pauline Krikke om zich in te werken voor de verkiezingen van volgend jaar. Hij bevestigt wat velen met mij denken, namelijk dat hij een wijze, betrokken en morele burgemeester is.'
Volgens Smit bleef Van Aartsen zijn 'authentieke, redelijke eigenzinnnige zelf, die zijn rug recht hield ook als de krantenkoppen chocoladeletters schreven. Hij viel op omdat hij overal op de fiets verscheen, en, eenmaal afgestapt, indruk maakte met zijn gezag, humor en karakteristieke gedrag. Hij was onmiskenbaar een zeer sociaal bewogen mens.'

Voortreffelijke burgemeester

Smit refereerde ook kort aan de kritiek die Van Aartsen in de jaren over zich heen heeft gehad, maar zo voegde hij meteen toe: 'de meesten zullen zeggen dat de stad een voortreffelijke burgemeester heeft gehad.'
'Voor mij is het klip en klaar dat Van Aartsen het type bestuurder is dat we in deze tijd nodig hebben. Een rolmodel,' aldus Smit.

Rotterdam

De Rotterdamse burgemeester Ahmed Aboutaleb haalde herinneringen op aan toen hij zelf net was benoemd: 'Je belde me op zei Ahmed, bakkie doen?'
'We konden blind op elkaar varen. Wat je in vertrouwen aan deze man vertelt komt nooit naar buiten, hij is door- en door betrouwbaar en een man van goud.'

Vrijwilligers

De burgemeester zelf begon de vergadering met een kort dankwoord aan alle raadsleden. 'Als burgemeester had ik het voorrecht een imponerend aantal mensen te mogen onderscheiden voor hun vrijwilligerswerk. Verenigingen worstelen tegenwoordig met het vinden van vrijwilligers voor bestuurstaken. Toch doet u het wel als lid van de raad. Dat is geen simpel erebaantje, maar hard werk. Wat ook uw opvattingen zijn, ik wil u uit de grond van mijn hart danken voor uw inzet.'
Het laatste woord was ook aan de scheidend burgervader. Hij ging in op de ontwikkeling van de stad in de afgelopen jaren. 'Het centrum is van een doodse kantoorwijk verandert in een levendig gebied.' Maar klaar is het natuurlijk niet, en Van Aartsen had ook nog een waarschuwing: 'De stad is groter dan enige politieke partij, en niemand is groter dan de stad. De stad verandert, en dat biedt kansen. Blijf investeren in de stad, en gezamenlijk met de nieuwe burgemeester de schouders eronder.'

'Pas op de stad'

Van Aartsen eindigde met een oproep, refererend aan de allereerste Nederlandse grondwet uit 1798, waarin het gebod is opgenomen wat gij niet wil dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet. 'Wie op dat kompas vaart kan niet verdwalen. Pas alstublieft goed op de stad.'