Poepbank gaat goed, maar meer donoren nodig

© ANP
LEIDEN - 'Patiënten zijn vaak radeloos, ze hebben verschrikkelijke last van diarree. Een poeptransplantatie kan dan helpen', vertelt arts-microbioloog prof. Ed Kuijper enthousiast. De Nederlandse Donor Faeces Bank (NDFB) - ofwel Poepbank in de volksmond- in het LUMC bestaat ruim een jaar. 'En het loopt boven verwachting goed', aldus Kuijper.
Jaarlijks krijgen ongeveer 3.000 patiënten in het ziekenhuis last van diarree. Dat wordt veroorzaakt door schadelijke bacteriën die na het slikken van een antibioticakuur makkelijk een infectie kunnen veroorzaken in de verzwakte darm. Dit kan overigens ook thuis gebeuren. Gezonde ontlasting bevat goede bacteriën die de patiënt helpen genezen.
De patiënt krijgt de poep via een slangetje door de neus ingebracht. Van de groep patiënten die in aanmerking komen voor een faecesbehandeling geneest 85 procent na de eerste poeptransfusie, tien procent van de patiënten moet nog een tweede transplantatie hebben om van de diarree af te komen', aldus Kuijper.

Leidse kak


De NDFB heeft nu vijf donateurs. De selectie is heel streng, 'Ten eerste moet je op maximaal twee uur rijden van het LUMC wonen. We hebben echte Leidse kak', grapt Kuijper. Verder spelen leeftijd, gewicht en leefstijl ook een rol. 'Als je bijvoorbeeld veel reist kom je ook al niet in aanmerking om donateur te worden.'
Voldoe je aan alle voorwaarden dan worden je uitwerpselen nog in het laboratorium onderzocht. Pas daarna weet je of je mag doneren. 'Slechts twee tot drie procent van de belangstellenden wordt ook echt donor.'

Meer onderzoek verband darmflora

Kuijpers zou graag meer donoren willen hebben. 'We krijgen vanuit allerlei vakgebieden aanvragen om verband tussen darmflora -ook wel microbioom genoemd- en bepaalde aandoeningen te onderzoeken. Zo is er een psychiater die graag wil weten of er verband is tussen bepaalde angststoornissen en het microbioom. Een patholoog wil dat we uitzoeken of er verband is tussen kanker en het microbioom. Zo hebben we veel aanvragen liggen, maar nog niet de middelen.'