'Help, een spin!': waarom zijn mensen eigenlijk zo bang voor spinnen?

Spin
Spin © ANP
DEN HAAG - Het internet ontplofte toen er op sociale media een filmpje verscheen van een grote spin in een huis in de Vruchtenbuurt in Den Haag. 'Burn the house, brand je huis plat', was een veel gegeven advies aan Sheena Wilson, die de spin ontdekte in haar huiskamer. Wij vroegen ons af: waarom zijn mensen eigenlijk zo bang voor spinnen?
Experimenteel klinisch psycholoog Jamie Elsey legt het ons uit. Hij doet aan de Universiteit van Amsterdam (UvA) promotieonderzoek naar fobieën.

Hoeveel mensen zijn er eigenlijk bang voor spinnen?

Die vraag is niet makkelijk te beantwoorden, vertelt Elsey. Volgens hem moeten we ten eerste onderscheid maken tussen een angst en een fobie. Mensen met een fobie zijn zó bang, dat het hun dagelijks leven kan beïnvloeden: 'Als ze ergens plannen voor maken, houden ze er rekening mee dat ze daarbij geen spinnen kunnen tegenkomen', legt Elsey uit. 'En een spin tegenkomen in de badkamer, kan ertoe leiden dat ze die kamer een tijdje vermijden.'
In Nederland heeft zo'n drie tot zes procent van de bevolking een spinnenfobie. Hoeveel mensen er bang zijn voor spinnen, is onbekend. 'Maar naar schatting is ongeveer 23 procent bang voor spinnen', aldus Elsey. Volgens Elsey ontwikkelen fobieën zich vaak in de kindertijd en vroege adolescentie. 'De meeste mensen groeien over hun kinderangsten heen, maar bij sommigen blijft de angst het grootste deel van hun leven bij hen.'

Waar komt die angst vandaan?

Volgens Elsey bestaat daarover geen eenduidige theorie. Er is een stroming die zegt dat angst voor spinnen een evolutionaire oorsprong heeft, omdat spinnen vroeger mogelijk een bedreiging voor de mens vormden. Het is ons oerinstict dat ons vertelt dat we moeten wegwezen.  'Maar voor die theorie is weinig bewijs', aldus Elsey. 'Het is zeker zo dat veel fobiën een evolutionaire oorsprong hebben, maar je kunt de fobie ook ontwikkelen op basis van ervaringen in het dagelijks leven. Iemand kan bijvoorbeeld een negatieve ervaring met spinnen hebben gehad.'
Gedragsgeneticastudies - waar onderzoekers patronen van psychische problemen in gezinnen onderzoeken - tonen aan dat zowel genetica als individuele leerervaringen een rol spelen. Volgens Elsey is het filmpje van de spin in de huiskamer van Sheena Wilson een goed voorbeeld van 'sociale conditionering': mensen laten anderen zien hoe bang ze zijn en dat spinnen eng zijn. Dat neem je vervolgens van elkaar over.

De meeste spinnen in Nederland zijn niet gevaarlijk. Is die angst dan eigenlijk wel terecht?

'Eigenlijk wel, want inderdaad: de meeste spinnen in Nederland niet gevaarlijk. Toch is het niet gek dat we bang zijn. Als spinningangst inderdaad een evolutionaire oorsprong heeft, gaat er simpelweg heel veel tijd overheen voordat we die angst kwijt zijn. Daarom zijn we nu nog steeds bang voor spinnen, ook al is dat niet meer nodig.'

Op welke manier is een spinnenfobie te behandelen?

'De meest voorkomende manier is door middel van cognitieve gedragstherapie. In deze behandeling worden irrationele gedachtengangen aangepakt, maar ook wordt de patiënt blootgesteld aan zijn of haar angst. Kortom: directe confrontatie met een spin.' Hoewel deze behandeling effectief is gebleken, plaatst Elsey toch een aantal kanttekeningen bij de aanpak.
'De behandeling werkt helaas niet voor iedereen. Bovendien ligt het terugvalpercentage bij patiënten die wèl baat hebben bij de behandeling erg hoog.' Voor zijn promotie doet bestudeert Elsey dan ook nieuwe behandelingen voor angsten en fobieën. Zo doet hij onderzoek naar 'geheugen-reconsolidatie': een proces waarbij herinneringen worden teruggehaald, om die vervolgens te veranderen of soms zelfs te wissen.

Maakt het uit hoe groot de spin in?

'Ja, dat maakt zeker uit! Hoe groter de spin, hoe groter de dreiging. We zijn daarom vaker bang voor grote spinnen dan voor kleintjes', aldus Elsey. 'Toch zijn er ook mensen die vooral bang zijn voor kleinere spinnen en in het bijzonder de hooiwagen: een kleine spin met lange, dunne pootjes. Die kan als veel enger worden beschouwd dan bijvoorbeeld de turantula, omdat de hooiwagen sneller en minder voorspeelbaar is.' Terwijl een tarantula gevaarlijk kan zijn en een hooiwagen geen vlieg kwaad doet.