Simba Familiehuis: nieuwe opvang voor kinderen die niet bij hun ouders kunnen wonen

Het nieuwe Simba Familiehuis in Den Haag
Het nieuwe Simba Familiehuis in Den Haag © Gemeente Den Haag/Henriëtte Guest
DEN HAAG - In alle stilte is twee maanden geleden in Den Haag een nieuw soort gezinshuis geopend voor kinderen die vanwege de thuissituatie niet meer bij hun vader en/of moeder kunnen wonen. Maar anders dan bij de andere opvangadressen het geval is, worden bij dit zogeheten Simba Familiehuis de ouders volop begeleid en bij de opvoeding betrokken. Over dit bijzondere project is maandag een toelichting gegeven.
De bedoeling van de 'Simba-aanpak' is dat deze eraan bijdraagt dat de betreffende gezinnen op een zeker moment kunnen worden herenigd. 'Onze focus is er altijd op gericht dat kinderen terug naar huis kunnen', zegt hierover directeur Bas Timman van welzijnsorganisatie Jeugdformaat. 'Wij zijn maar passanten.'
Simba Familiehuizen zijn vernoemd naar het schattige en avontuurlijke leeuwtje Simba uit de Disneyproductie The Lion King; ondanks alle tegenslagen slaagt het diertje erin de koning van zijn dierenrijk te worden. In Nederland zijn inmiddels op zes verschillende plaatsen in evenzoveel regio's dit soort huizen te vinden. Naast Den Haag zijn dit onder meer Nijmegen, Apeldoorn en Bergambacht.

Geen bordje voor de deur

Het gaat hierbij om een initiatief van de internationale hulporganisatie SOS Kinderdorpen. 'Wij zijn vooral actief in andere landen. Waarom niet ook in Nederland?, was de vraag die we steeds meer kregen', aldus Georgien Hakkert, bij SOS Kinderdorpen werkzaam als projectleider van Simba Familiezorg.
Het Haagse Simba Familiehuis blijkt gevestigd te zijn aan de Van Alkemadelaan. Met het oog op de privacy van de kinderen en de ouders wordt het huisnummer niet prijsgegeven. 'Er is ook geen bordje met de tekst 'Jeugdformaat' voor de deur gezet', vertelt directeur Timman. 'Dat is bewust niet gedaan. Ook wanneer de technische dienst langskomt, staat er geen 'Jeugdformaat' op het busje.'

'Gezinshuiskinderen'

De leiding is in handen van de professioneel opgeleide 'gezinsouder' Ellen – ook haar achternaam blijft onbenoemd – die hier continu woont. Zij ontfermt zich volgens Timman en Hakkert over 'maximaal vier gezinshuiskinderen.' Op dit moment zijn die afkomstig uit twee verschillende gezinnen. Dat is een heel verschil met eerst. 'Oorspronkelijk was dit pand in gebruik als traditioneel kindertehuis met acht kinderen en met medewerkers in wisseldiensten', aldus Timman.
Een officiële opening van het pand staat nog op de rol. Deze zal binnen afzienbare tijd plaatshebben. De verwachtingen zijn in elk geval hooggespannen dankzij de mooie resultaten van het eerste Simbahuis dat tien jaar geleden in België is geopend.

Terug naar de eigen ouders

Deze resultaten vormden de aanleiding om vanaf 2017 soortgelijke projecten ook in Nederland op te zetten. 'Zestig procent van de kinderen ging terug naar de eigen ouders', vertelt Hakkert over het succes bij de zuiderburen. 'Ook is het gelukt om de broers en zussen bij elkaar te houden'.
Dit laatste is volgens haar cruciaal bij de begeleiding van de kinderen. Toch is de praktijk heel anders: in naar schatting vijftig procent van de gevallen gebeurt het dat, onder meer als gevolg van plaatsgebrek, broertjes en zusjes van elkaar worden gescheiden.

Naar school

SOS Kinderdorpen wil dit voorkomen door de kinderen gezamenlijk in hetzelfde gezinshuis op te vangen. De organisatie benadrukt ook het grote belang van de betrokkenheid van de ouders: ondanks dat hun kinderen uit huis zijn geplaatst, kunnen vaders en moeder wel op bezoek komen of helpen door de kleintjes zelf naar school te brengen.
'De neiging bestaat soms dat ouders achterover gaan hangen met de gedachte van: zo, de kinderen zijn opgevangen', zegt ook Timman. 'Nee, zeggen we dan. Ze moeten oefenen en trainen om hun kinderen zelf op te voeden.'

Bereidheid

Hier is extra begeleiding voor beschikbaar die er intensief mee aan de slag gaat. Wel moet er sprake zijn van een bereidheid om mee te doen. 'Als ouders er zelf niet in geloven, gaan we niet met ze van start', aldus Hakkert.
Jeugdformaat-directeur Timman erkent dat sowieso niet alle situaties zich voor de Simba-aanpak lenen. Dat kan wanneer de Jeugdbescherming oordeelt dat de veiligheid van de betreffende kinderen in het geding is, of wanneer een vader en/of moeder bijvoorbeeld de ouderlijke macht is ontnomen.

Achter verscholen

'Er zijn altijd uitzonderingen dat het echt niet kan. Maar in het verleden hebben sommigen zich daar ook te veel achter verscholen', zegt Timman. Hij wijst erop dat 'ook een verslaafde ouder of een ouder in de criminaliteit' een belangrijke verantwoordelijkheid draagt: 'Het zijn wel de ouders van kinderen'.
Jeugdformaat biedt naar eigen zeggen 'specialistische jeugd- en opvoedhulp in de regio Haaglanden' en richt zich op 'meer dan tienduizend kinderen, jongeren en hun ouders die er op eigen kracht even niet uitkomen.' Bij deze groep zitten 'een paar duizend' kinderen die uit huis zijn geplaatst.

Concept uitrollen

Voor de opvang beschikt Jeugdformaat over ongeveer 38 gezinshuizen. 'Eén daarvan functioneert nu als Simbahuis', aldus Timman. 'Maar het kan zijn dat we er meer als Simbahuis gaan bestempelen. We hebben de infrastructuur waarbinnen we dit concept veel verder kunnen uitrollen'.
De Haagse wethouder Kavita Parbhudayal van onder meer Jeugdzorg staat hier positief tegenover. 'Zo’n initiatief als het Simba Familiehuis is ook voor Den Haag een hele goede ontwikkeling', geeft zij als reactie. 'Wat inspireert, is dat in België zestig procent van de kinderen uiteindelijk is teruggegaan naar huis.'