Villa Ockenburgh in extase: iedereen stuitert na nachtelijk landbouwoverleg met Rutte
DEN HAAG - Het nachtelijk landbouwoverleg in Villa Ockenburgh in Den Haag heeft het personeel en honderd vrijwilligers niet onberoerd gelaten. Ze hoorde een week van te voren dat de premier, minister en andere hoofdrolspelers op het landgoed kwamen vergaderen. De dagen erna zindert het nog na op Ockenburgh.
'We weten niet wat ons overkomt', roept voorzitter van Ockenburgh Karin Zwinkels enthousiast. 'Vooral de vrijwilligers staan aan alle kanten te stuiteren. Het is fantastisch om te zien dat zo'n belangrijk overleg op onze mooie buitenplaats is gehouden. Iedereen is er zo verguld mee.'
Villa Ockenburgh kreeg een week voor het landbouwoverleg de reservering binnen, die geheim moest blijven. Vanaf dat moment zijn alle agenda's schoongeveegd en de andere reserveringen verplaatst naar de kas achter de villa.
In deze kamers vond het topoverleg plaats:
Topoverleg op Ockenburgh, vrijwilligers stuiteren van trots
Het is niet gek dat de vrijwilligers zo blij zijn met het hoge bezoek. De buitenplaats stond leeg en door een burgerinitiatief en honderd vrijwilligers is Ockenburgh weer tot leven gebracht. 'Het is een plek van ontmoeting, verbinding en inspiratie', vertelt Zwinkels.
De Haagse dichter en levensgenieter Jacob Westerbaen liet in 1654 Ockenburgh bouwen met geld van zijn rijke overleden vrouw. Tijdens de Eerste Wereldoorlog waren er honderden Belgische militairen geïnterneerd. In 1919 werd Vliegveld Ockenburg aangelegd bij het landgoed. En in 1931 werd het door de gemeente Den Haag gekocht en opengesteld voor het publiek. Vlak voor de oorlog, in 1938, kregen gevluchte Joodse kinderen uit Duitsland en Oostenrijk op het landgoed onderdak.
Bij de Duitse aanval in 1940 is er zwaar gevochten om het vliegveld. In 1944 werd op het landgoed Ockenburgh een V2-rakettenbasis aangelegd. Na de Tweede Wereldoorlog was het vijftig jaar lang Europa's grootste jeugdherberg.
Het personeel van Ockenburgh heeft geen idee of de politici terugkomen om toch tot een landbouwakkoord te komen. 'Maar we hopen het wel,' zegt vrijwilliger Jacqueline die de tuinen onderhoudt.
