Hennie zwaait na 42 jaar af als 'reddende engel' voor verdwaalde kinderen op strand

DEN HAAG - Wie als kind zijn of haar ouders kwijt was op het Scheveningse strand, is misschien wel opgevangen door Hennie Franchimon-Mourits. De 'kinderjuf' heeft de afgelopen 42 jaar duizenden kinderen met hun ouders herenigd. 'Voor veel mensen was het een drama, want die waren helemaal in paniek. Maar het is altijd goed gekomen, er is nooit een kind overgebleven', vertelt ze. Na al die jaren is Hennie nu gestopt en heeft ze het stokje doorgegeven aan een jongere generatie. Om haar te bedanken voor haar jarenlange inzet heeft ze zondag de Stadspenning gekregen uit handen van de Haagse wethouder Saskia Bruines.
Op haar eenendertigste begint de inmiddels 73-jarige Hennie bij de kinderopvang op het strand. 'Ik kwam al jaren op het strand met mijn verkering, die zat bij de reddingsbrigade. Toen zag ik dat kinderopvanghuisje en heb ik eens geïnformeerd of ze nog mensen nodig hadden. Ik heb gesolliciteerd en werd aangenomen.' In de loop van de tijd heeft Hennie op verschillende plekken op het Haagse strand gezeten, maar ze was het meest te vinden bij de post op de Houtrustweg.
© Hennie Franchimont-Mourits
'Er waren houten huisjes met een toiletje en een gasflesje. We zaten er van 's morgens tien tot 's avonds zes', herinnert Hennie zich de begintijd van haar werk bij de kinderopvang. Toen was dat nog een baan bij de politie, maar nu is het onderdeel van de Vrijwillige Haagse Reddingsbrigade. 'Het was veel drukker dan nu, want de mensen gingen niet zoveel op vakantie. Kinderen waren ook minder zelfstandig dan nu. Als de ouders kwijt waren, dan was er paniek. Dan had je er veel werk aan om ze rustig te krijgen.'

'Met de verrekijker pikte je ze er wel uit'

'De verdwaalde kinderen werden meestal gebracht door andere strandgasten', vertelt Hennie. 'Vaak kwamen ze gillend, krijsend en om hun mama roepend binnen. Maar anderen zeiden: ''Ik ben zoek en ik vind het hier ook wel gezellig.'' Of je zag zelf een huilend kind lopen. Dan stapte je erop af en nam je ze mee. Dan hield je ze bezig door een beetje te spelen. Tot de ouders gevonden waren.'
© Hennie Franchimont-Mourits
Maar soms was er nog helemaal geen kind gevonden als de ouders al bij Hennie aanklopten. 'Die moest je dan ook rustig krijgen', zegt de kinderjuf. 'Ik keek dan langs het strand met mijn verrekijker en vaak pikte je de kinderen er wel uit. Hun houding, een beetje aarzelend en zoekend lopen. Dat herkende je op een gegeven moment wel. En als je wist wat ze aan hadden, dan hielp dat ook.'

Vader vergeet zijn dochters

Een verhaal dat Hennie altijd is bijgebleven, is dat van twee meisjes van zeven en negen jaar. 'Die waren met hun vader naar het strand. Vader was in een strandtent gaan zitten en was daarna de kinderen vergeten. Dus die liepen nog op het strand en kwamen bij mij', zegt ze. 'Een meisje wist het telefoonnummer van haar oma, dus die heb ik gebeld.'
© Hennie Franchimont-Mourits
Oma stapte in Rijswijk op de bus en haastte zich naar het strand. 'Maar ze moest de Houtrustweg nog helemaal aflopen, dus die kwam uitgeput bij me aan. Maar de kinderen zaten zo lekker te spelen dat ze niet meer weg wilden. Die zijn tot een uur of vijf gebleven en toen ze weg gingen, zeiden ze dat ze zo'n fijne middag hadden', lacht Hennie.

Werk is veranderd door mobiele telefoons

De vermiste kinderen hadden goed gezelschap, want Hennie nam haar eigen kinderen vaak mee naar haar werk. 'Mijn zussen en ik speelden met de kinderen die zoekgeraakt waren. Op een heel drukke dag werd het ene na het andere kind gebracht', vertelt dochter Patricia. 'Ik ben hartstikke trots op mijn moeder. Omdat ze het zo lang heeft gedaan, al die kinderen en ouders die ze heeft geholpen.'
Hennie en haar dochter Patricia
Hennie en haar dochter Patricia © Omroep West
Patricia werkt inmiddels ook al twintig jaar bij de kinderopvang op het strand. Zij heeft net als haar moeder het werk zien veranderen in de loop van de tijd. 'We hebben nu van die mooie bandjes die ouders kunnen halen bij de Reddingsbrigade, waar ze hun telefoonnummer op kunnen schrijven. Als wij dan bellen, zijn ze zo weer herenigd', zegt Patricia. 'Dat was vroeger wel anders', vult Hennie aan. 'Kinderen bleven veel langer, want je had veel minder communicatiemiddelen dan nu. Vroeger hadden we een telefoon met een draaischijf en dan hadden we alleen contact met de politie, dat was het.'

'Je kijkt even de andere kant op en ze zijn weg'

Naast veel mooie momenten tijdens herenigingen, heeft Hennie het ook weleens moeilijk gehad. 'Soms brak mijn hart. Als kinderen zo overstuur waren dat ze bijna niet te troosten waren, dan doet dat wel wat met je. Maar het is wel fijn dat ze je toch vertrouwen en dan rustig worden', zegt ze. 'En er is op een avond een kindje omgekomen onder het zand, die is gaan graven en is gestikt. Ik ben daar niet zelf bij geweest, maar het gebeurde wel in de buurt van waar ik altijd zat. Dat vind ik nog steeds heel moeilijk', zegt Hennie met tranen in haar ogen.
Boos op ouders die hun kind kwijtraakten, is Hennie nooit geweest. En de kinderen hebben van haar nooit een standje gekregen. 'Het kan zo gebeuren. Je let de hele tijd op. Maar als het zo druk is, hoef je maar even de andere kant op te kijken en dan zijn ze zo weg.' Iets dat in 42 jaar niet is veranderd en ook nooit zal veranderen.
Hennie kreeg zondag de Stadspenning van de gemeente Den Haag
Hennie kreeg zondag de Stadspenning van de gemeente Den Haag © Patricia Franchimon
De Stadspenning is voor mensen die 25 jaar of langer als vrijwilliger in een bestuur hebben gezeten. Deze bronzen penning is ook voor vrijwilligers die na 20 jaar of meer stoppen met hun werk binnen een bestuur. Vrijwilligersorganisaties die 50 jaar of langer bestaan kunnen de penning ook aanvragen.