Gooier waxinelichthouder heeft geen spijt
Langer interview Erwin Lensink
WINTERSWIJK - Erwin Lensink, de man die bekend staat als de waxinelichthoudergooier, staat nog steeds achter zijn daad. Dat zegt hij donderdag in een interview met Omroep West. 'Ik zou het nu niet weer doen, maar als ik in het verleden terug kon, had ik hetzelfde gedaan.'
Erwin gooide op Prinsjesdag 2010 een waxinelichtjeshouder naar de Gouden Koets. Daarvoor kwam hij een jaar in voorarrest te zitten. Vervolgens veroordeelde de rechter hem nog eens tot een jaar verplichte opname in een psychiatrisch ziekenhuis. 'Ik heb schandalig lang vastgezeten’, zegt Lensink.
Toch heeft hij geen spijt. ‘Ik zou het nu niet weer doen’, zegt hij. ‘Maar als ik in het verleden terug kon, had ik hetzelfde gedaan. Ik vond de aanleiding belangrijk genoeg. Ik was uit op aandacht. Maar als iemand een betere oplossing weet, hoor ik het graag.’
Rechtszaak forceren
Twee jaar voor het incident op Prinsjesdag wordt Erwins moeder onder verdachte omstandigheden dood gevonden in Duitsland. Ze zou zelfmoord hebben gepleegd. ‘Maar ik werd aangemerkt als verdachte’, vertelt Erwin. ‘Verdacht waarvan, dat weet ik niet eens. Moord, aanzetten tot zelfmoord?’ Hij voelt zich door justitie schandalig behandeld.
Ondertussen dient Erwin een klacht in tegen het koningshuis. ‘Wilhelmina is geen wettige erfopvolgster van koning Willem III’, legt hij uit. ‘Dus zit Beatrix nu ook onrechtmatig op de troon. Ik beschuldig ze van verraad, diefstal.’ Maar zijn aanklacht wordt alles behalve voortvarend opgepakt, vindt Erwin. ‘Ik wilde met mijn daad op Prinsjesdag een rechtszaak forceren.’
Goed uitgedacht
Erwin heeft zijn plan goed uitgedacht. ‘Ik ben ’s ochtends met de trein naar Den Haag gereisd. Daar kreeg je bij de uitgang van het station een plattegrond. Ik ben gewoon de route langsgelopen en heb de beste plek uitgezocht. Op de hoek van de Heulstraat stond een camera van de NOS en er was weinig bewaking. Ook de afstand naar de koets was niet zo groot.’
Dat hij misschien snel weg kon komen was voor Erwin geen reden. ‘Daar heb ik niet over nagedacht. Ik ging ervan uit dat ik zou worden aangehouden. Ik had me juridisch voorbereid, ik wilde dat proces uitlokken.’
Ook de waxinelichtjeshouder was niet zomaar het eerste voorwerp dat hij ’s ochtends op tafel zag staan. ‘Mijn actie moest natuurlijk slagen, dus daar houd je rekening mee. Dus de zwaarte van het voorwerp was een voordeel. Maar het moest ook niet opvallen als ik bijvoorbeeld gefouilleerd zou worden.’ Erwin denkt even na. ‘Misschien was een sinaasappel of tomaat beter geweest.’
Ontoerekeningsvatbaar
Door de rechter wordt Erwin ontoerekeningsvatbaar verklaard. ‘Onzin’, vindt hijzelf. ‘Ik kan de consequenties van mijn daden overzien en heb ze ook bewust gepleegd.’ Maar meewerken aan een psychologisch onderzoek om het tegendeel te bewijzen, doet Erwin ook niet. ‘Ik vertrouw de psychologie en psychiatrie niet.’
‘De kans dat je toerekeningsvatbaar wordt verklaard is heel klein’, zegt Erwin. ‘Advocaten adviseren ook om er niet aan mee te werken.’
Een nieuwe Prinsjesdag
Erwin zit dinsdag bij zijn advocaat in Amsterdam, om het hoger beroep in zijn zaak voor te bereiden. Dat dient woensdag. ‘Het lijkt me niet slim om naar Den Haag te gaan’, zegt hij met een glimlach.
Wat er uit het hoger beroep komt, kan Erwin niet heel veel meer schelen. ‘Ik ga natuurlijk voor vrijspraak. Maar als er twee, of vier, of acht maanden uitkomt… Ik heb al bijna twee jaar gezeten, veel te lang.’
Fan van oranje
Tijdens het gesprek draagt Lensink een oranje vest. Niet toevallig. ‘Mensen denken misschien dat ik een oranjehater ben, maar ik ben fan van oranje. Maar dan wel van Willem van Oranje. En Hugo de Groot, Johan van Oldenbarnevelt. Democratische republikeinen die tegen koning Filips II vochten, tegen adel en erfopvolging.’