Jan Pronk: ‘Politiek doet te weinig voor vluchtelingen in kerk'

DEN HAAG - Burgemeester Jozias van Aartsen van Den Haag moet de regering onder druk zetten om met een oplossing te komen voor de vluchtelingen in de Sacramentskerk. Dat zegt PvdA-prominent Jan Pronk. Hij vindt dat de politiek te weinig doet aan de situatie van de 25 vluchtelingen in Sacrementskerk.
De oud-minister bezocht de kerk zondag op een open dag. Zo’n 25 vluchtelingen verblijven nu in de gekraakte kerk. Ze kunnen niet terug naar hun thuisland, maar mogen ook niet in Nederland blijven.
Volgens Pronk moet er een politieke oplossing komen. Politici doen daar volgens hem nu te weinig voor. ‘Politici draaien om elkaar heen. Ze zijn bang dat het een aantrekkende werking heeft als je een humanere houding inneemt ten opzichte van deze mensen. Dat valt erg mee en anders moeten we dat gewoon accepteren. Niemand vertrekt voor zijn plezier uit Irak of Syrië, aldus de oud-minister.’
Blij met onderdak
Pronk is blij dat de vluchtelingen nu onderdak hebben gevonden in de Sacramentskerk. De vluchtelingen hebben vaak lange tijd op straat geleefd. Daarna zijn ze in tenten op de Koekamp gaan wonen om te demonstreren. Daar moesten ze op last van de gemeente vertrekken. Pronk:  ‘Ik heb op afstand gezien hoe dat gebeurde. Men is toen verjaagd met veel politiegeweld op basis van een argumentatie die er met de haren bijgesleept was. Het was niet gezond en niet veilig in het tentenkamp, maar ze werden de straat opgestuurd en dat was natuurlijk nog ongezonder en nog onveiliger.’
PvdA´er Pronk is niet alleen kritisch op de andere politieke partijen. Ook zijn eigen partij doet het volgens hem niet goed. ‘Mijn partij is te stil. Ik hoop de parlementariërs van de PvdA zich niet uit vrees voor goede samenwerking met de VVD stil blijven houden. Ze moeten een standpunt innemen. Volgens Pronk is het een politiek probleem en dat vereist een politieke oplossing. ‘De Partij van de Arbeid is een internationale partij en heeft altijd de mond vol over recht en gerechtigheid. Ze zullen hun nek uit moeten steken.'