Dreigingsniveau terrorisme verhoogd

DEN HAAG - Het is voorstelbaar dat Nederlandse jihadstrijders die terugkeren uit Syrië een aanslag willen plegen in Nederland. Hoewel er geen concrete aanwijzingen zijn voor een aanslag, heeft de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) Dick Schoof woensdag het dreigingsniveau voor terrorisme verhoogd naar het een na hoogste niveau.
Het is voor het eerst sinds 2009 dat het niveau 'substantieel' (niveau 3 van 4) van kracht is. Sinds november van dat jaar gold het niveau beperkt (niveau 2 van 4). De burgers op straat merken niets van de verhoging en ze hoeven zich geen zorgen te maken. Schoof zegt dat onder meer de geheime dienst AIVD en de politie ‘hun alertheid hebben verhoogd en hun inspanningen hebben geïntensiveerd’.
Het verhoogde dreigingsbeeld staat volgens Schoof volledig los van de troonswisseling op 30 april. Dat de NCTV heeft besloten het niveau aan te passen, heeft vooral te maken met de mogelijke dreiging die uitgaat van teruggekeerde jihadreizigers.

Veiligheidsrisico

Een kleine 100 strijders uit Nederland zijn afgereisd naar oorlogsgebieden, voornamelijk Syrië, maar ook naar diverse landen in Afrika. Volgens de NCTV kunnen de jihadstrijders bij terugkomst door hun strijdervaring een veiligheidsrisico opleveren. Ze zijn bij terugkomst niet alleen radicaal in hun gedachtegoed, maar kunnen ook getraumatiseerd zijn en mogelijk bereid zijn om geweld te gebruiken.
Deze jihadgangers kunnen ook een risico vormen voor Westerse doelen in de gebieden waar zij naar toe reizen en 'bestaat de mogelijkheid dat zij andere geestverwanten uit Nederland aansporen hen te volgen', waarschuwt Schoof. Hij noemt het medeleven en het hulp bieden aan de Syrische burgers ‘begrijpelijk’. ‘Onze zorg zit op degene die gaan strijden.’
Hij zegt dat in Nederland signalen zijn die erop duiden dat jihadistische radicalisering van kleine groepen jongeren in ons land is toegenomen. ‘Ook blijkt dat de doorradicalisering naar geweldsbereidheid soms zeer snel kan verlopen.’ Schoof constateert tegelijkertijd dat de aandacht van de politiek en in de samenleving voor radicalisering de laatste jaren juist is afgenomen.

Grenscontroles

De autoriteiten proberen te voorkomen dat jongeren naar jihadistische trainingskampen of strijdgebieden afreizen en houden teruggekeerde strijders in de gaten. ‘Het gaat daarbij onder meer om inlichtingen en onderzoek, opsporing en vervolging.’ Zo verhoogt de marechaussee de controles aan de grenzen. In een brief aan de Tweede Kamer schrijft minister Ivo Opstelten dat ook de burgemeesters van de 4 grote steden al op de hoogte zijn gebracht van de ontwikkelingen.
In Europa gaat het om vele honderden strijders. Andere Westerse landen hebben daarom ook hun zorgen geuit en hebben maatregelen genomen.