Troonrede (Column)

REGIO - Het was even wennen, een koning die de troonrede voorlas met een koningin ernaast die er waarachtig ook nog in slaagde om met gepaste belangstelling te luisteren. Nou ja, ze wekte in elk geval die indruk, maar misschien was ze met haar gedachten wel mijlenver weg. Bij het eten van die avond bijvoorbeeld, of bij de stoep die nog geschrobd moest worden. En vóór het koninklijk paar zat de regering, inclusief de bijbehorende fracties, die een nog grotere prestatie leverde dan Maxima door het geheel met droge ogen aan te horen.
Het aardige van de troonrede was wat mij betreft dat ik ineens dingen schijn te willen waarvan ik nooit wist dat ik er prijs op stelde. Zo zei het kabinet door middel van de koning dat de klassieke verzorgingsstaat gaat veranderen in een participatiesamenleving omdat wij zelfstandiger en mondiger geworden zijn waardoor we de verantwoordelijkheid wensen te nemen voor ons eigen leven en onze omgeving. Dat is een mooie manier om te zeggen dat we het maar zelf moeten uitzoeken.
‘Goed,’ zegt Vadertje Rutte, ‘jullie willen zelfstandig zijn, nou wees dan ook maar zelfstandig. Op ons hoef je niet meer te rekenen. En als dank voor dat meerwerk mogen jullie zes miljard extra ophoesten. Is dat mooi of niet?’ Even later komt dan ook nog de verheugende mededeling dat we er gemiddeld geen 0,5 maar 0,25% op achteruitgaan. De regeringskringen heffen terstond juichkreten aan, maar stoppen daar bedremmeld mee wanneer het volk helaas ontdekt dat het alleen de ambtenaren betreft omdat die minder pensioenpremie hoeven te betalen. Dat ze dan ook minder krijgen wanneer ze eindelijk in 2063 op hun tachtigste van een welverdiende rust mogen gaan genieten is typisch hun probleem. Regeren is op zijn hoogst een jaartje vooruitzien, nietwaar?
De 65-plussers van nu zijn trouwens helemaal de klos. De eerste brieven over verlaging van de pensioenen zijn alweer binnen en de koopkracht gaat voor hen ook nog eens met 2,5% achteruit. Bovendien worstelen velen van hen met het probleem dat ze tijdens hun werkzame leven op grond van hun inkomen in een vrij sectorwoning moesten verblijven, terwijl dat met de AOW en een pensioentje niet meer op te brengen valt. En probeer dan maar eens sociaal te gaan huren - de kans dat je dan een huis toegewezen krijgt is minder groot dan dat je een fietser met verlichting ziet rijden.
De reden van deze en alle andere bezuinigingen: de Staat zit in financiële problemen. Dat kan gebeuren, een crisis heb je nu eenmaal niet in de hand. Maar volgens mij gelden dan voor ons land dezelfde regels als voor een gezin in nood: geen geld uitgeven als je het niet hebt. Dus geen zeven miljard euro voor de aanleg van een HSL-lijn en 400 miljoen voor negentien krakkemikkige Fyra’s.
Dan maar met oud materieel blijven rijden, dat bovendien als voordeel heeft dat het aanzienlijk veiliger is omdat die treinen onderweg het contact met hun onderdelen niet verliezen. De Fyra was, nog afgezien van alle problemen, duidelijk een luxe die we ons niet konden permitteren. Weliswaar is de NS geen staatsbedrijf meer, maar dat u en ik voor de kosten opdraaien lijkt me duidelijk, want net zomin als de staat is de NS een filantropische instelling.
En die nog niet eens te becijferen miljarden voor de JSF’s, nog afgezien van de minstens 270 miljoen per jaar om die krengen in de lucht te houden, hebben we ook niet. Dus sparen en zolang de F-16’s laten vliegen. Misschien kunnen we dan een paar militaire taken niet of niet naar behoren uitvoeren, maar zoals het aloude spreekwoord luidt: ‘waar niet is verliest de keizer zijn recht.’
Als berekening klopt dit natuurlijk niet helemaal, want tegenover de uitgaven staan ook inkomsten uit bijvoorbeeld loonbelasting, tijdelijke vermindering van de werkloosheid en wie weet het slijten van wat F 16’s aan een Corsicaanse vrijheidsbeweging, maar de teneur van wat ik wil zeggen gaat uiteraard niet over exacte bedragen. Maar wel over het feit dat bezuinigingen volgens mij ook bereikt kunnen worden door even pas op de plaats te maken. Bijvoorbeeld door met een Haags Cultuurpaleis te wachten tot na de crisis.
Als het een béétje meezit, kan tegen die tijd niemand de bouwtekeningen meer vinden.