Vader Tristan: 'Het was een normale, heldere jongen'

Schietdrama ridderhof
Schietdrama ridderhof
ALPHEN AAN DEN RIJN - Tristan van der Vlis was de laatste jaren een doodnormale, heldere jongen. Dat zei zijn vader dinsdag in de rechtbank. 'Wij zouden contact opnemen met GGZ als hij depressief dreigde te worden, dat was nooit nodig. Hij blaakte van gezondheid.'
Tristan van der Vlis werd in 2006 opgenomen omdat hij zelfmoord wilde plegen. 'Toen ik dat las, heb ik meteen 112 gebeld', vertelt vader Van der Vlis. 'Toen hij de volgende ochtend werd opgehaald, was hij razend. Niet in gewelddadige zin, maar boos en woedend. Wij waren bang dat de opname wel even zou duren.'
Maar de 'crisis', zoals zijn vader het aanduidt, was in 2007 al voorbij. 'Sindsdien waren wij continu in gesprek met GGZ', vertelt Van der Vlis. 'Tristan had getekend dat wij buiten hem om contact mochten opnemen, dus we hoefden ons nooit in te houden. Maar we kregen alleen maar signalen dat het goed ging. Dat merkte je aan zijn hele houding.'

Wapenverlof 'niet wenselijk'

Toen Tristan in 2008 een wapenverlof indiende, vonden zijn ouders dat 'niet wenselijk'. 'We hebben het ontmoedigd en gezegd: je krijgt het sowieso niet. Maar hij kreeg het wel.'
De ouders van Tristan hebben het wapenverlof bij GGZ ter sprake gebracht. 'Ze verwezen naar hun geheimhoudingsplicht. Dat had een sussende werking. Als Tristan en wapens een explosieve combinatie was geweest hadden ze op zijn minst doorgevraagd of een signaal afgegeven. Maar niets van dat alles.'
Het feit op zich dat de wapenvergunning was afgegeven, was voor de ouders ook een teken dat het goed zat. 'Toen hij in 2006 werd opgehaald, was de politie daarbij. Ze wisten dus van zijn verleden. Als er dan toch een wapenverlof wordt verstrekt, zal het dus wel goed zijn. We gingen ervan uit dat ze het hadden meegewogen.'

Nooit een incident

Thuis is er nooit een incident geweest, vertelt zijn vader. 'We vertrouwden hem volledig. Ook toen hij die wapens had, ben ik geen moment bang geweest.' Tristan ging vooruit, vonden zijn ouders. 'We zagen dat hij met zijn problemen kon omgaan. Het was hanteerbaar. Hij had nog wel regelmatig het gevoel dat hij werd aangetikt, alsof iemand tegen zijn elleboog tikte om zijn aandacht te vragen. Maar dat was het enige. En het leek hanteerbaar.'
Met GGZ spraken ze af om alert te blijven. 'Als hij depressief dreigde te worden zouden we contact opnemen. Dus daar waren we alert op. Niet dat we continu gespannen door het huis liepen natuurlijk. We waren een heel normaal gezin.' Tristan deed veel aan krachtsport. 'Hij blaakte van de gezondheid. Een gespierde jongen die zichzelf volledig onder controle had en helder was. Zo herinner ik mij hem.'

'Dit konden we niet zien'

Als er wel iets was geweest, was zijn vader zeker naar de hulpdiensten gestapt. 'Als ik had gemerkt dat hij warrig was, er rare ideeën op nahield of gewelddadig was, natuurlijk had ik dan ingegrepen. Stel je een ouderpaar voor met een kind dat wapens heeft waarbij het fout dreigt te lopen. Je moet knap suïcidaal zijn wil je dan niet ingrijpen.'
Toen Tristan in 2007 terug naar huis kwam kregen zijn ouders een boekje met tips waarop ze konden letten. 'Maar voor een leek zijn de symptomen heel moeilijk te zien', vertelt de vader. 'Bedenk goed: Tristan vertoonde geen gedrag dat zich normaal bij dit soort patiënten uit. Ik begrijp dat mensen het moeilijk kunnen begrijpen, maar je kunt onmogelijk verlangen dat wij als ouders dit hadden moeten zien.'