Haagse burgemeester Van Aartsen geroerd door vertrouwen raad

DEN HAAG - Burgemeester Jozias van Aartsen is geroerd door de steun die hij krijgt van de Haagse gemeenteraad. Donderdagavond heeft de raad Van Aartsen voorgedragen voor een tweede termijn als burgemeester.
‘Ik ben blij en ontroerd door het in mij gestelde vertrouwen’, zei Van Aartsen. Hij ziet de steun als een opdracht om door te gaan op de weg die hij is ingeslagen. ‘Dat betekent dicht bij de mensen. Ook wil ik de komende jaren mijn steentje bijdragen aan de ontwikkeling van de stad.’ 

Familieberaad

Zijn gezin is bij zijn keuze om door te gaan van doorslaggevende betekenis geweest. ‘Mijn vrouw en mijn kinderen zij daarbij betrokken. We hebben een waar familieberaad gehouden’, vertelt hij. ‘Zij staan achter mijn keuze en dat vind ik erg belangrijk. Als dat niet zo zou zijn geweest dan had ik het niet gedaan. Mijn werk is een soort topsport maar ik doe het nog altijd met veel passie.’
Dat wordt ook gezien door de raadsleden. Joris Wijsmuller van de Haagse Stadspartij: ‘Van Aartsen werkt met veel inzet en passie voor de stad. Ik ben het inhoudelijk niet altijd met hem eens maar het is een goede burgemeester voor Den Haag. Hij is toegankelijk en betrokken. De stad kan blij zijn met deze burgemeester.’
Boel bij elkaar houden 
Ook VVD-wethouder Peter Smit roemt het werk van Van Aartsen. ‘Hij is een goede burgemeester voor de stad maar ook een goede voorzitter van het college van b&w. We zijn met z’n negenen en dan zijn we het niet altijd eens. Hij kan deze discussies in goede banen leiden en de boel bij elkaar houden.’
Politiechef Henk van Essen feliciteerde Van Aartsen via twitter. ‘De stad Den Haag gefeliciteerd met de voordacht van burgemeester Jozias van Aartsen. Zeer terecht keuze.’ Van Essen typeert de burgemeester als ‘partner against crime, hij staat voor ‘zijn’ agenten, is dag en nacht bereikbaar, verantwoordelijk sociaal en bewogen, een netwerker pur sang en een burgemeester die de stad kent als geen ander.’
De herbenoeming van de burgemeester is nog niet officieel. De commissaris van de koning moet hem nu nog opnieuw voordragen bij de minister van Binnenlandse Zaken. In de praktijk wijken de commissaris en de de minister nooit af van een voordracht.