Kabinet biedt OPCW in Den Haag hulp en personeel aan

DEN HAAG - Het kabinet heeft de Organisatie voor het Verbod op Chemische Wapens (OPCW) in Den Haag geld, logistieke hulp en mensen aangeboden om te helpen bij de ontmanteling van het chemische wapenarsenaal in Syrië. Dat zei premier Mark Rutte na een bezoek zondag aan de Nederlandse Patriot-missie in het Turkse Adana.
De Nobelprijs is 'een opsteker' voor de OPCW bij deze lastige klus, aldus Rutte. Hij bezocht samen met de Commandant der Strijdkrachten, generaal Tom Middendorp, de Nederlandse militairen in Zuid-Turkije. Twee Patriot-eenheden beschermen de stad en haar bevolking tegen aanvallen met ballistische raketten uit Syrië.

Missie

De inzet van de Patriots begon in januari en duurt een jaar. Er is nog geen besluit genomen over verlenging van de missie, maar Rutte kan zich voorstellen dat de NAVO daarom gaat vragen. Het kabinet zal pas daarover beslissen als een verzoek binnenkomt. 'We zouden dat dan heel goed moeten plannen, want er wordt wel erg veel van de militairen gevraagd, aldus de premier tegen de NOS.
Aan het begin van zijn bezoek werd de premier in een telefoongesprek welkom geheten door de Turkse premier Recep Tayyip Erdogan. Rutte kreeg daarna een rondleiding van commandant Erik Abma en bezocht het commando-centrum, een Patriot-vuureenheid en de herstelplaats. Verder voerde hij veel gesprekken met militairen.

Kwaliteit Nederlandse krijgsmacht

Volgens hem zegt het 'iets over de kwaliteit van de Nederlandse krijgsmacht dat we hier zijn'. Nederland, Duitsland en de Verenigde Staten zijn de enige NAVO-lidstaten die over dit type geavanceerde Patriot-raketten beschikt en deze beschermingstaak op zich kan nemen, aldus de premier. Hij vindt het dan ook 'heel logisch' dat aan ons land is gevraagd om de Patriots te sturen. 'Bondgenootschappelijke solidariteit is geen abstract begrip, maar werkt in de praktijk voor twee miljoen mensen in Adana.'