Haagse weigerambtenaar legt zich niet neer bij beslissing rechter

DEN HAAG - De Haagse weigerambtenaar Wim Pijl is het niet eens met de uitspraak van de rechter. Deze oordeelde woensdag dat de gemeente Den Haag de ontslagen weigerambtenaar niet weer hoeft aan te nemen. Pijl wil de beslissing voorleggen aan de Centrale Raad van Beroep.
Woensdag oordeelde de rechter dat de gemeente Den Haag Pijl niet opnieuw hoeft aan te nemen als trouwambtenaar. De gemeente ontsloeg hem in 2011 om hij weigerde mensen van hetzelfde geslacht te trouwen. Pijl was jarenlang raadslid voor de ChristenUnie-SGP en werd daarna bijzonder ambtenaar van de burgerlijke stand.
In de uitspraak van woensdag staat dat de gemeente in dit geval zelf de grondrechten - vrijheid van godsdienst en het recht om te trouwen met iemand van hetzelfde geslacht - tegen elkaar mocht afwegen.

Gemeenten mogen zelf bepalen

Uitgangspunt is, aldus de rechtbank, dat gemeenten zelf mogen bepalen hoe zij omgaan met weigerambtenaren. De gemeenten mogen dus zelf de verschillende grondrechten tegen elkaar afwegen. De afweging die Den Haag heeft gemaakt kan volgens de rechtbank door de beugel.
Pijl is het daar niet mee eens. ‘Het zal je niet vreemd in de oren klinken dat ik het daarmee niet eens ben. Ik kom in de uitspraak te veel dingen tegen waarvan ik me afvraag: klopt dat wel? Ik vind het niet terecht dat de rechten voor mensen van het gelijke geslacht om te mogen trouwen hoger worden ingeschat dan mijn gewetensbezwaren’, zegt hij.
Pijl is lid van de christelijke Reformatorisch Maatschappelijke Unie (RMU). De vakbond gaat namens hem in beroep. 'Ik hoop dat er in de toekomst ruimte blijft voor gewetensbezwaar op grond van bijbelse waarden en normen', zegt vakbondsbestuurder Peter Schalk. Ook hij vraagt zich af waarom de rechtbank het gelijkheidsbeginsel belangrijker vindt dan godsdienstvrijheid.

Nu naar de hoogste bestuursrechter

Het bezwaar moet worden ingediend bij de Centrale Raad van Beroep. Dit is een van de drie hoogste bestuursrechters die Nederland kent. De raad oordeelt in hoger beroep over geschillen op het terrein van de sociale verzekeringen, sociale voorzieningen en ambtenarenzaken.