Japie en Gerretje (column Hans Rouw)

Hans Rouw
Hans Rouw
REGIO - Japie is een konijn en Gerretje is een schaap. Ik laat u kennismaken met deze dieren omdat zij de hoofdrol spelen is een verhaal dat zo absurd is dat ik het u niet wil onthouden. Het verhaal van een politieke partij die een beetje - wat heet een beetje - aan het doorslaan is.
Wat wil het geval? De Rooms-katholieke parochie van Honselersdijk organiseert elke twee jaar een Kerkenveiling. Dat is overigens een tamelijk misleidende naam, want er worden geen kerken geveild maar kavels. Het is dus niet zo dat u de volgende ochtend tot de ontdekking komt dat u in een iets te vrolijke bui voor twee miljoen euro eigenaar bent geworden van het kerkgebouw aan de Dijkstraat en daardoor in één avond uw financiële ondergang hebt bewerkstelligd. Nee, u kunt bieden op diverse zaken, zoals slagroomtaarten van de plaatselijke banketbakker, pannenkoeken eten of toegangsbewijzen voor de Efteling - ik noem maar wat.
De opbrengst ging deze keer naar school, scouting en kerk en die konden na afloop een bedrag van 40.150 euro verdelen. Na aftrek van kosten wordt dat iets minder neem ik aan, maar toch een mooi bedrag voor een plaats van het formaat Honselersdijk. Maar dat had meer kunnen en moeten zijn wanneer Japie en Gerretje hun aandeel hadden mogen leveren.
Japie, het konijn dus, brengt tevreden zijn dagen door in de tuin van de Westlandse pastoor Steenvoorden en dient daar als versiering en grasmaaier. Misschien dat hij zo nu en dan kerkgangers en andere passanten op diepere gedachten brengt over het zielenleven in het algemeen en dat der knaagdieren in het bijzonder, maar strikt genomen is dat zijn taak niet. Hij zit gewoon konijn te zijn en daarmee uit.  
Gerretje wordt het Kerkschaap genoemd, maar dat zegt niets over zijn geestelijke gesteldheid of een onberispelijke Rooms-katholieke levenswandel. Integendeel, het beest komt nooit in de kerk, biecht niet en zingt bij mijn weten in geen enkel koor. Gerretje is dus eigenlijk een heidens schaap –  hoewel hij eigendom is van veilingvoorzitter Ger Sosef – maar toch erg populair in parochiekringen omdat hij altijd lekker wat geld opbrengt. Maar nu dus niet meer.
Doel van Japie en Gerretje bij de veiling was namelijk dat ze alle twee verkocht werden en wel bij opbod, maar dat is niets bijzonders want dat gebeurt met de rest ook. Iemand kan dus, afhankelijk van het aantal genoten versnaperingen, voor pakweg 25 tot 200 euro eigenaar worden van Japie. Hij mag het diertje dan eventueel een nachtje mee naar huis nemen, als hij er maar voor zorgt dat het uiterlijk de volgende dag weer ongeschonden in zijn pastorale hok zit. Gerretje heeft wat meer vlees aan de botten en kost dus een paar euro extra, maar daar staat tegenover dat die niet mee naar huis mag. Hij gaat na afloop van het uitstapje meteen zijn eigen wei weer in om met zijn familie herenigd te worden. Kortom: men betaalt en wordt symbolisch eigenaar. Helemaal in de jolige sfeer van het gebeuren, waarop niemand het ook maar een seconde in zijn of haar hoofd haalt om rechten aan de koop van Japie of Gerretje te ontlenen.
Enfin, op 1 november zou de veiling plaatsvinden en de dag ervoor wordt er bij de voorzitter van de werkgroep een brief bezorgd. Tot zijn niet geringe verbazing was het nog een officieel schrijven ook en wel van de Partij voor de Dieren. Het partijbureau was er achter gekomen dat er tijdens de veiling twee levende beesten per opbod verkocht zouden worden en dat mag niet. Kennelijk moet je ze eerst slachten. Hoe dan ook, de voorzitter stelde zich onmiddellijk in verbinding met het genoemde partijbureau en deelde glimlachend mee dat het hier een misverstand betrof, want dat Japie en Gerretje helemaal niet verkocht zouden worden en alleen dienst deden als - nou ja - zeg maar melkkoetjes.
Maar de Partij voor de Dieren was niet te vermurwen, sterker: met het wetboek in de hand stelde de woordvoerder m/v de meest afgrijselijke sancties in het vooruitzicht. De brave veilingmeester schrok zich te pletter en Japie en Gerretje werden ijlings van de kavellijst afgevoerd. En zo redde de Partij voor de Dieren glorieus twee beesten uit de klauwen van gewetenloze Westlanders – een heldhaftig ingrijpen waarop mevrouw Thieme en de haren ongetwijfeld apetrots zijn, om in hun eigen terminologie te blijven. Overigens geeft de top van het partijtje hiermee duidelijk te kennen zelf te behoren tot een veel voorkomende, maar desondanks beschermde diersoort.
De zeikstieren.