De 'oogst' van Jan Franssen: Zuid-Holland telt minder gemeenten

Commissaris van de Koning Jan Franssen en de Haagse wethouder Marjolein de Jong
Commissaris van de Koning Jan Franssen en de Haagse wethouder Marjolein de Jong
DEN HAAG - In de 13,5 jaar dat Jan Franssen commissaris van de koning(in) was, daalde het aantal gemeenten in Zuid-Holland met bijna 30 procent. Door herindelingen zijn er van de 95 gemeenten in 2000 nu nog maar 67 overgebleven.
Dat staat in het laatste jaarverslag van de commissaris dat de provincie heeft uitgebracht. Franssen riep telkens op tot schaalvergroting:  25 gemeenten vond hij eigenlijk wel genoeg. In geen enkele andere provincie zijn er zoveel waarnemend burgemeesters benoemd. Franssen pleitte verder vaak voor de vorming van één grote Randstadprovincie, die er uiteindelijk niet kwam.
Faalangst door homoseksualiteit
In het jaarverslag staat ook een gesprek dat medewerkers  met Franssen hadden over zijn privéleven. Dat is bijzonder, want hij gaf haast nooit interviews. Hij zegt daarin dat hij  zich onzekerder voelt  dan de meeste mensen denken. Franssen had last van faalangst door zijn homoseksualiteit. 'Ik had altijd spanning in mijzelf, omdat ik worstelde met mijn geaardheid.'  Na een drukke werkweek 'maakt hij zijn hoofd helemaal leeg' met skiën, wandelen en lezen. Hij zegt het 'heerlijk te vinden om met vrienden een glaasje te drinken en even lekker te ouwehoeren'.
Geen auto met chauffeur 
Over zijn afscheid zegt Franssen 'geen nostalgische gevoelens te hebben. 'Weg is weg.'  Anderen moeten een oordeel vellen over zijn fuctioneren. 'Voor mijzelf weet ik dat dit is wat ik had te bieden en dat ik het met toewijding heb gedaan.' Op de vraag of hij de status van het ambt zal missen, antwoordt Franssen dat hij daar niet mee bezig is. 'Wel met respect en correct gedrag. Ik moet straks zelf mijn auto parkeren. Nou en, dat went ook wel weer.'
In het provinciehuis is dinsdagmiddag de besloten afscheidsreceptie van de commissaris van de koning. Er zijn honderden mensen uitgenodigd. Franssen begint in januari als adviseur bij de Raad van State.