'Eisen voor examenfraude Ibn Ghaldoun buitensporig'

Stilte, geen doorgang
Stilte, geen doorgang
DEN HAAG - De verdediging in het proces over de examenfraude op de scholengemeenschap Ibn Ghaldoun in Rotterdam heeft donderdag geprobeerd gaten te schieten in het requisitoir van de officier van justitie woensdag. De strafeis is volgens de advocaten buitensporig hoog.
Ook had justitie volgens hen geen oog voor de schade door media-aandacht. Daarnaast zit er geen verschil in de geëiste straffen voor de daadwerkelijke dieven en andere betrokkenen, vindt de verdediging.
De aanklager eiste woensdag (deels) voorwaardelijke celstraffen en werkstraffen tegen de elf verdachten. Drie van de elf verdachten komen uit Delft, Den Haag en Zoetermeer. Volgens de verdediging blijft het niet bij deze eis. Naast een strafblad zijn ze ook zwaar getroffen door media-aandacht. Bovendien is bij sommige verdachten, volgens hun advocaten, onterecht hun examen ingetrokken.
De raadslieden die donderdagmorgen pleitten, vertegenwoordigden vooral de verdachten die een bijrol hadden in wat wel de grootste examenfraude in Nederland ooit wordt genoemd. Ze zouden niet hebben ingebroken. Wel worden ze verdacht van betrokkenheid bij de diefstal en/of het helen van de foto's van de examens. Maar ook tegen hen wordt een vergelijkbare straf geëist als tegen de drie hoofdrolspelers.

Twee keer gestraft

'Mijn cliënt wordt nu twee keer gestraft', stelde Idriss van Straalen, raadsman van een 19-jarige die van heling wordt beschuldigd. 'Hij was al onterecht gestraft door de school die alle eindexamenresultaten introk van de leerlingen die de eindexamens hebben gestolen. Maar dat heeft hij helemaal niet gedaan.'
De vraag volgens verschillende advocaten is of er wel sprake kan zijn van heling als je alleen in het bezit bent van de foto's van de eindexamens. Volgens de verdediging niet. En als er dan al sprake is van heling, is er maar weinig bewijs voor het verspreiden van de foto's.