Zaak-Havana: 'Ineens zag ik dat haar haren in brand stonden'

DEN HAAG - 'Ineens zag ik dat haar haren in brand stonden.' Een slachtoffer vertelt in de rechtszaal hoe een steekvlam tijdens een vuuract een eind maakte aan een feestelijke avond in danscafé Havana. 'Ik ben meteen op haar gesprongen.'
De stunt behoort in de zomer van 2012 tot het standaardrepertoire van Havana aan het Haagse Buitenhof. Als het nummer Epic wordt gedraaid, doven de lichten en steekt de barman op de bar een brandbare vloeistof aan, waarvan een laagje in een dienblad is gegoten. Tijdens de climax van het nummer, als de vlammen bijna zijn gedoofd, wordt er wat vloeistof bijgeschonken en laaien de vlammen nog één keer op.
'Ik heb die act wel zeventig keer gedaan en het ging nooit eerder mis', zegt de barman tegen de rechter. Maar die avond gebruikt hij voor het eerst bio-ethanol. Dat is goedkoper dan de Zippo-vloeistof die altijd werd gebruikt, bepaalt zijn werkgever.
Het bio-ethanol zit in een gewone 'slappe' plastic fles met schroefdop. De kleine flesjes Zippo-vloeistof zijn van metaal, hebben een zogenoemde 'vloeistofstop' en een kleine spuitmond.

Waarom ging het mis?

Wat fysiek de steekvlam veroorzaakt, is niet vast te stellen. De officier van justitie zegt, op basis van getuigenissen, dat de barman vloeistof heeft bijgeschonken. 'Hij is onvoorzichtig geweest', vindt de officier.
Maar de barman zelf zegt dat hij dat niet heeft gedaan. 'Toen ik de vloeistof had aangestoken, merkte ik dat ik de dop van de fles nog in mijn hand had. De fles had ik achter me neergezet. Ik draaide me om, om de dop erop te draaien. Toen was er ineens die steekvlam.' Zijn advocaat Tjalling van der Goot noemt die verklaring betrouwbaarder, omdat de barman hem diezelfde nacht al aflegde.

Kon de barman dit voorspellen?

'Ik had niet eerder nagedacht over de gevaren', zegt de barman tegen de rechter. 'Niemand had me er ook voor gewaarschuwd. Mijn baas niet, ander personeel niet, bezoekers niet. Niemand heeft me ooit gevraagd of dit wel verstandig was. Iedereen vond het alleen maar mooi.'
Van der Goot benadrukt dat deskundigen verbaasd zijn over de reactie van het bio-ethanol en de steekvlam. 'Zij konden dit niet voorspellen. Voor mijn cliënt kwamen de gevolgen dan ook als een dode meeuw uit de lucht vallen. Hij was verbijsterd.' Brandweermannen vinden hem die nacht huilend en aangeslagen op de stoep van het danscafé.
Dat brandbare vloeistof op een dienblad wordt aangestoken, vindt de officier niet gevaarlijk. Het bijschenken van vloeistof wel. 'Hij had de waarschuwingen op de fles gelezen en ook de risico's doorgesproken met zijn baas. Dat hij niet precies de fysische processen kent, neemt niet weg dat hij onvoorzichtig is geweest.'

Een zaal vol verliezers

Op beelden van beveiligingscamera's is te zien hoe na de steekvlam een aantal bezoekers van Havana brandend begint rond te rennen. Een paar seconden duurt het, dan zijn alle vlammen gedoofd. Maar de gevolgen zijn enorm. 'Ik heb psychologische hulp', zegt een van de slachtoffers tegen de rechter. 'Ik heb vlekken in mijn gezicht en kan niet meer in de zon', zegt een ander.
De barman is behandeld voor PTSS en heeft nog steeds problemen. 'Als ik een sigaret aansteek, zie ik de beelden weer voor me', zegt hij. Hij heeft een spijtbetuiging geschreven en geprobeerd via justitie in contact te komen met slachtoffers. Dat is er nooit van gekomen. Zijn advocaat verwoordt het in zijn pleidooi: 'Een zaal vol verliezers, zo stelde mijn cliënt zich de zitting van vandaag voor.'

Rol van eigenaar Havana

Opmerkelijk is de rol van de eigenaar van Havana. 'Die heeft mijn cliënt als een baksteen laten vallen', zegt Van der Goot. De eigenaar verklaart die nacht aan de politie: 'Het is allemaal de schuld van de barman, ik had hem nog zo verboden dit te doen.' 'Gelukkig is hij daar later op teruggekomen', zegt Van der Goot.
Toch wordt de eigenaar niet vervolgd. 'De kern van deze zaak is namelijk het bijschenken van de vloeistof', zegt de officier van justitie. 'De eigenaar was daar niet bij.'
Over twee weken doet de rechter uitspraak. Justitie eist 150 uur werkstraf, Van der Goot vindt dat zijn cliënt moet worden vrijgesproken.