´Zoek beste locaties voor windparken op zee´

DEN HAAG - Om goed te kunnen afwegen waar op zee windmolenparken moeten komen, moet beter worden uitgezocht welke locaties het beste scoren op het gebied van energieopbrengst, natuur en milieu. De commissie voor de milieueffectrapportage (MER) geeft maandag aan dat zo'n onderzoek tot nu toe niet heeft plaatsgevonden, maar vindt deze informatie nodig om een goed onderbouwde keuze te kunnen maken.
Het kabinet heeft eind vorig jaar nieuwe gebieden aangewezen voor de bouw van windmolenparken op zee. Een daarvan is het gebied Hollandse Kust, gelegen buiten de 12-mijlszone, minimaal 22 kilometer uit de kust van Noord- en Zuid-Holland.
In opdracht van beide ministers wordt een studie uitgevoerd naar de haalbaarheid van windmolenparken binnen de 12-mijlszone. De verwachting is dat dat goedkoper is dan aanleg verder uit de kust, buiten zichtafstand.

Bruinvissen en zeehonden

De commissie wil verder dat nader onderzoek wordt gedaan naar de gevolgen die de komst van deze windparken kan hebben voor vogels en bijvoorbeeld bruinvissen en zeehonden. Het kabinet wil de komende jaren meer energie opwekken via windmolens op zee zodat er 4500 megawatt wordt opgewekt in 2023.
Nu leveren de twee windparken in de Noordzee nog 228 megawatt. De windmolens op land zijn nu goed voor 2300 megawatt en dat moet de komende 6 jaar worden uitgebreid tot 6000 megawatt.
De gemeenten Noordwijk, Katwijk, Zandvoort en Wassenaar verzetten zich tegen de komst van windmolens op zee. Volgens Noordwijk, Katwijk, Zandvoort en Wassenaar zou de toegebrachte schade aan het toerisme en aan de kusteconomieën groter zijn dan de opbrengst van een windmolenpark. Het zou leiden tot een bestedingsverlies van 200 miljoen euro en een blijvend verlies van 5.900 banen.
De gezamenlijke kustgemeenten zijn bang dat in de lopende studies niet alle belangen evenwichtig worden meegewogen. Zij baseren zich op eigen onderzoeken, die aantonen tot welke omvang de economische schade kan oplopen.