'Bij Vestia zaten ze zwaar te speculeren'

DEN HAAG - ‘Bij Vestia zaten ze zeer zwaar te speculeren.’ Dit vertelde risicomanager van ABN-AMRO Paul van der Zouw woensdag aan de Parlementaire Enquêtecommissie Woningcorporaties. Die enquête wordt gehouden omdat Vestia aan de rand van de afgrond kwam door de handel in derivaten, een riskant middel om renterisico's af te dekken. Maar Vestia was op zeker moment zo wild bezig, dat het gewoon speculatie was, zo viel op te maken uit de woorden van Van der Zouw.
Ook zijn bank heeft de risicovolle producten aan Vestia verkocht, maar stapte er volgens Van der Zouw uit voordat het echt helemaal fout ging bij de corporatie. Vestia ging vooral verder met buitenlandse banken. De grootste corporatie van het land werd aanvankelijk gezien als een aantrekkelijke, professionele partij.
Kasbeheerder Marcel de Vries stond volgens Van der Zouw zelfs bekend als ‘een goeroe, een orakel' op het gebied van derivaten. Maar het zat er helemaal niet goed, zo stelde ABN Amro in 2009 vast. De Vries voerde volgens Van der Zouw  ‘een one-man show' op en werd alleen gecontroleerd door de grote baas, Erik Staal, die alles tekende.

Glaasje karnemelk en een krentenbol

Van fêteren van klanten die misschien bepaalde producten zouden willen afnemen van de bank, iets waarvan tijdens de enquête nogal sprake is, weet Van der Zouw zelf niets. Bij hem bleef het bij ‘een glaasje karnemelk en een krentenbol.'
Jacques Sevat van ING, de bank die de relatie met Vestia opzegde, zei woensdagmiddag eveneens dat alleen Staal en De Vries naar de derivaten keken. Met een dergelijke omvangrijke derivatenportefeuille, die vele miljarden besloeg, had hij toch wel een ‘iets robuustere organisatie op zijn plaats' geacht.
ING was al vroeg kritisch over die portefeuille, maar heeft haar zorgen nooit gedeeld met anderen. ‘De relatie met een klant is vertrouwelijk'. Ook de opzegging van de relatie hang je als bank niet aan de grote klok, aldus Sevat.