Den Haag ontsnapte aan ramp bij scheepsbrand Scheveningen
DEN HAAG - Scheveningen en Den Haag zijn maandag bij de grote scheepsbrand op het nippertje ontsnapt aan een kleine ramp. Dat zegt brandweercommandant Esther Lieben in het AD. 'Als de stookolie was gaan branden, hadden we dagenlang een zwarte rookpluim boven de stad gehad.'
Lieben uit kritiek op rederij Jaczon, die het schip voor onderhoud in de haven had liggen. 'Ik vind het onverstandig dat dit type onderhoudswerk in een vaartuig van deze omvang wordt uitgevoerd in een dichtbevolkte omgeving', zegt de brandweercommandant.
Behalve dat de 600 ton stookolie geen vlam heeft gevat, noemt Lieben het ook een geluk dat er geen ammoniak in de koelruimte aanwezig was. 'Ammoniakuitstoot is dikke ellende. Dan zou je zeer waarschijnlijk moeten ontruimen en evacueren, maar dat is in zo'n dichtbevolkt gebied als Scheveningen een hels karwei.'
Veel expertise
Tientallen deskundigen zouden maandag betrokken zijn geweest bij besluitvorming rond de brandende Johanna Maria. 'Een scenario om het schip de haven uit te slepen om het op zee met beleid uit te laten branden is ook helemaal uitgedacht en doorgenomen', zegt Lieben tegen het AD.
Volgens Lieben is het voor het eerst dat in Nederland een grote brand op een visserschip binnen een dag is geblust. 'Maar een brand zo bestrijden is eigenlijk absurd.'
Werkzaamheden
De grote brand aan boord van de Johanna Maria (SCH 118) brak maandagochtend uit tijdens werkzaamheden. Het schip ligt in de haven voor groot onderhoud. Grote rookwolken waren urenlang te zien boven Scheveningen.
De brandweer had het vuur pas maandagavond onder controle. Op dit moment is het schip weer overgedragen aan rederij Jaczon, maar de brandweer blijft met een wagen standby op de kade, voor het geval het vuur weer oplaait.
