Vooral kwetsbare wijken in Den Haag en Rotterdam de dupe van Vestia

DEN HAAG - Kwetsbare wijken in Den Haag en Rotterdam zijn de grootste verliezers in het Vestia-drama. De woningcorporatie kan door alle financiële ellende echter geen investeringen doen in deze wijken, maar alleen nog maar haar huizen onderhouden. Dat bleek dinsdag uit het verhoor van Daphne Braal, directeur van het Centraal Fonds Volkshuisvesting, door de Parlementaire Enquêtecommissie Woningcorporaties.
Het is ook niet uitgesloten dat Vestia nog een tweede saneringsoperatie moet ondergaan om weer helemaal financieel op orde te komen. Braal onderzoekt het stelsel van corporaties en de incidenten die daar hebben plaatsgehad. Het verlies van zeker 2 miljard door de financiële capriolen van Vestia was de aanleiding tot die enquête.
Erik Wilders, bestuurder van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw, rekende voor dat het de huurders van de 90.000 huizen van Vestia 50 jaar lang 40 euro per maand zou kosten als ze dat bedrag helemaal door huurverhoging moesten opbrengen.

Sanering en steun

Vestia wordt echter financieel gesteund door de andere corporaties. Ook verkoopt Vestia een aantal huizen en neemt ze nog andere saneringsmaatregelen, zoals het sluiten van vestigingen.
De werkelijke kosten van de hele transactie om van de derivaten af te komen, de financiële producten waarmee Vestia zo gruwelijk de mist inging, zouden volgens deskundigen overigens nog wel eens meer dan 2,6 miljard kunnen bedragen.

Norder

De Haagse oud-wethouder van Stadsontwikkeling, Volkshuisvesting en Integratie Marnix Norder wordt woensdag verhoord door de parlementaire enquêtecommissie over Vestia.
Eerder werden ook de toenmalige topman van Vestia, Erik Staal, de oud-kasbeheerder Marcel de Vries en de Haagse oud-wethouder Peter Noordanus verhoord door de enquêtecommissie. Noordanus was voorzitter van de Raad van Commissarissen bij Vestia.