Steeds minder gevonden op plek vliegramp

DEN HAAG - Experts uit Nederland, Australië en Maleisië vinden steeds minder menselijke resten en persoonlijke bezittingen van de slachtoffers van de vliegramp met vlucht MH17, nu bijna 3 weken geleden.
Dinsdag werden op de plek van de ramp in het oosten van Oekraïne net als maandag geen stoffelijke resten gevonden. Wel werden een aantal bezittingen aangetroffen.
Volgens het hoofd van de repatriëringsmissie, de Amsterdamse politiecommissaris Pieter-Jaap Aalbersberg, komt dat mogelijk doordat de lokale bevolking en autoriteiten na de crash op 17 juli al veel stoffelijke resten en persoonlijke bezittingen hebben geborgen. De stoffelijke overschotten die de bevolking eerder heeft geborgen, zijn inmiddels al in Nederland.
Het repatriëringsteam nam de persoonlijke bezittingen die dinsdag werden gevonden mee naar de basis van het team in Soledar. ‘Daarvandaan worden de bezittingen naar Charkov gebracht, waar ze een eerste forensische check ondergaan’, aldus Aalbersberg.
Bij de vliegramp in Oost-Oekraïne kwamen 298 mensen om het leven. Daarvan kwamen er 24 uit onze regio.