Acht asielzoekers blijven achter in Haagse Sacramentskerk

DEN HAAG - Acht asielzoekers die in de Haagse Sacramentskerk verblijven, zijn nog niet ingegaan op het aanbod om naar de opvang in de Zilverstraat te gaan. Zij hebben nog tot dinsdagmorgen de tijd om uit de vluchtkerk te vertrekken.
'Wij hebben een aanzegging gedaan dat ze voor 9.00 uur de kerk moeten verlaten', aldus een woordvoerder van de gemeente Den Haag. Op wat er daarna precies gaat gebeuren, wil hij niet vooruit lopen.
De Haagse burgemeester Jozias van Aartsen heeft vorige week met de asielzoekers afgesproken dat zij tot 1 november in het pand aan de Zilverstraat kunnen verblijven. Voorwaarde is wel dat zij hun identiteit bekendmaken, zodat ze kunnen worden begeleid. Tot nu toe hebben de asielzoekers dit steeds geweigerd.

Zestig naar opvang

Maar maandag werd bekend dat meer dan zestig asielzoekers toch naar de opvang gaan. Ongeveer acht asielzoekers met psychische problemen gaan naar vakantiehuisjes in Kijkduin.
Den Haag hoopt ook dat het kabinet met een definitieve oplossing komt. De gemeente heeft staatssecretaris Fred Teeven (VVD, veiligheid en justitie) steeds met klem gevraagd bij te dragen aan een oplossing voor de zogenoemde illegalenproblematiek.

Verantwoordelijkheid kabinet

Volgens de burgemeester ligt de verantwoordelijkheid bij het kabinet en niet bij de gemeente. Bij het ontbreken van een helder antwoord van de staatssecretaris neemt Den Haag nu het heft in eigen handen, stelt de gemeente.
'In overleg met Stek (Stad en Kerk) en VluchtelingenWerk bieden wij een veilige en humane plek aan van waaruit aan een oplossing kan worden gewerkt.'

Structurele oplossing

De SP in de Haagse gemeenteraad is blij met de opvang in de Zilverstraat, maar vindt dat er op den duur toch iets beters moet worden gevonden.
'Deze mensen snakken naar een structurele oplossing. Ze leven nu al jaren in onzekerheid. Zo zitten er veel Iraakse vluchtelingen die vanwege het grove geweld van ISIS niet terug kunnen naar het land van herkomst in onduidelijkheid en kunnen ze nergens heen', aldus raadslid Aisha Akhiat.