Den Haag wil geen startplaats worden voor wielerklassiekers

kurhaus tour de france
kurhaus tour de france
REGIO - DEN HAAG – De gemeente Den Haag gaat niet zelf proberen om de start van een grote wielerklassieker binnen te slepen. Fietsen valt niet in de groep topsporten waarvoor de stad zich hard wil maken. Ook zou de gemeente niet zelf grote evenementen willen binnenhalen, ze laat dit liever over aan anderen.
Dat blijkt uit antwoorden op vragen van fractievoorzitter Richard de Mos van de Groep de Mos in de Haagse gemeenteraad. Hij wil dat Den Haag zich inzet voor het binnenhalen van de start van een grote wielerwedstrijd, zoals de Tour de France, de Ronde van Spanje of de Giro d'Italia.
Het liefst zou het raadslid zien dat de Tour naar Den Haag komt. Volgens De Mos zou dat een grote impuls voor de stad kunnen zijn. Dat laatste erkent het college, blijkt uit de antwoorden. Maar daar blijft het dan ook bij.

Fietsen geen speerpunt

Volgens het stadsbestuur werkt Den Haag als sinds jaren met 'speerpuntsporten'. Dat zijn beachvolleybal, zeilen, hockey, voetbal, tennis, lange afstand lopen en kunstrijden/shorttrack. Wielrennen behoort daar niet toe.
Ook zegt het college dat de gemeente nooit zelf evenementen verwerft. 'We ondersteunen initiatiefnemers die voor eigen rekening en risico grote sportevenementen in onze stad willen organiseren.'

Samen met andere gemeenten de start

De Mos had verder graag gezien dat Den Haag samen met bijvoorbeeld Westland en Zoetermeer zou proberen de tourstart binnen te halen. Hij proefde in die gemeenten ook veel enthousiasme. Maar het college is kort: het gaat niet gebeuren.
Het raadslid zegt zeer teleurgesteld te zijn in de opstelling van het stadsbestuur. 'Dit is ook strijdig met het eigen coalitieakkoord. Daarin staat dat het streven is om ieder jaar een groot sportevenement naar de stad te halen. De Tour de France is na het WK-voetbal en de Olympische Spelen het grootste evenement ter wereld. We laten dus als regio een grote kans liggen.'

Alles is politiek

En er is nog een reden voor de afwijzing, denkt De Mos. ‘Dit college wil blijkbaar alles politiek maken en wil dus niet enthousiast reageren op een goed voorstel van een oppositiepartij.’