15.000 mannen uit huis gehaald: Razzia Den Haag precies 70 jaar geleden
Haagse razzia 70 jaar geleden
DEN HAAG - Op 21 november 1944 overkwam Den Haag wat eerder Rotterdam al was overkomen: de Duitsers hadden jonge mannen nodig om in hun fabrieken te werken. En dus kwamen ze langs de huizen om de mannen op te halen. Een keuze hadden ze niet. En dus vertrokken de 15.000 mannen met onbekende bestemming ergens in Duitsland.
Het waren allemaal mannen in de bloei van hun leven, van 17 tot 40 jaar oud. Vaders met kinderen werden gedwongen hun gezin achter te laten. Vervolgens vertrokken ongeveer 7.000 mannen per rijnaak richting Duitsland. De rest ging per trein vanaf Hollands Spoor en deel moest lopen.
Eenmaal in Duitsland was het leven zwaar zonder de familieleden. Daarnaast hadden de mannen vaak te lijden onder de bombardementen van de geallieerden. Veel Haagse mannen kwamen bijvoorbeeld in Hamburg terecht. Een havenstad die zwaar werd gebombardeerd.
Thuiskomst
Toen de mannen na de oorlog weer naar huis konden keek de Nederlandse samenleving ze met de nek aan. Het idee was dat de mannen hadden samengewerkt met de Duitsers. Hagenaar Piet Kool (1924 -2009) overleefde de bombardementen. Hij zorgde ervoor dat er bij het Provinciehuis een monument kwam voor de dwangarbeiders. Dat zorgde voor de nodige erkenning.