Jihadverdachte Rudolph H. heeft plots geen mening over de jihad

Rudolph H. is in het mega-proces de eerste van de tien verdachten die door de rechtbank aan de tand wordt gevoeld. Maandag en dinsdag wordt hij verhoord. Als voorbereiding heeft hij de rechters een bijna 500 pagina's dik boek gestuurd met zijn kijk op het dossier. 'Ik wilde geen boek schrijven, maar uiteindelijk werd het zo uitgebreid dat ik het ook geen 'werkje' meer kan noemen.'

H. wordt verdacht van het opruien tot de strijd in Syrië via zijn website Dewarereligie.nl, waarop hij duizenden artikelen publiceerde. Daarnaast zou hij samen met de andere verdachten een criminele organisatie met terroristisch oogmerk vormen.

Rudolph H. is een bekeerling en las daarom veel over de islam. Niet om indruk te maken als deskundige, zegt hij, maar 'omdat ik niet in de islam was grootgebracht en dus kennis had in te halen.' Maar zodra de rechter hem begint te ondervragen over het begrip jihad en of de strijd in Syrië jihad is, zegt hij: 'in dat vraagstuk heb ik me nog niet verdiept, ik weet niet goed hoe ik in die discussie sta.'

'Ik ben tegen Assad', gaat H. verder. 'Die man moet gewoon opkrassen. Maar of de strijd in Syrië daarmee is gerechtvaardigd uit islamitisch oogpunt? Daarover heb ik geen mening.'

De rechtbank kan nauwelijks geloven dat Rudolph H. geen mening heeft. 'Is dat nu anders dan voordat u werd aangehouden?' Maar Rudolph H. blijft in rustige bewoordingen antwoorden dat hij geen standpunt inneemt in de discussie. 'Ik weet dat mensen er op verschillende manieren naar kijken. Maar wat ik er zelf van moet vinden, weet ik niet.'

De rechter lijkt geïrriteerd over het feit dat H. zich plots zo op de vlakte houdt. 'U heeft over alles een mening en verwoordt die op felle wijze. U neemt geen blad voor de mond. En juist over dit onderwerp heeft u geen mening? Dat verbaast ons.'

Rudolph H. noemt zijn -vermoedelijk- in Syrië omgekomen medeverdachte Soufiane Z. 'mujahideen'. De rechter probeert het nog eens: 'Daarmee noemt u hem toch jihadist? En dan noemt u de strijd in Syrië indirect toch ook jihad?' Maar H. ziet dat anders. 'Hij is een strijder en dus een jihadist. Maar ik zeg niet of zijn jihad goed is of niet. Of zijn jihad vanuit islamitisch oogpunt rechtvaardig is. Dat weet ik niet.'

'De nuance die u nu ineens aanbrengt, heeft u die ook zo op uw site benoemd', vraagt de rechter. 'Sterretje erbij en dan een voetnoot: 'Ik weet niet of dit de goede jihad is'.' H. zegt van niet. 'Want ik kan me voorstellen dat uw lezers die nuance niet hebben begrepen', stelt de rechter.

Over jihad in de geschiedenis, wat goed en fout was, weet H. van alles. Maar hij blijft erbij dat hij geen mening heeft over de toepassing van jihad in de actualiteit. De rechtbank lijkt het niet te geloven. 'U heeft zo veel gelezen, maar juist over dit onderwerp dat zo in de belangstelling staat heeft u geen eigen mening gevormd? Vindt u dat dan geen misser van uzelf?'

H. zegt dat hij zich geen mening gaat vormen 'om maar een mening te hebben'. Hij weet gewoon niet wat hij moet vinden, punt. De rechter geeft uiteindelijk op en snijdt dan maar een nieuw onderwerp aan.

Hagenaar Rudolph H. is in 2013 veroordeeld voor het doodschudden van zijn vier maanden oude dochter. H. is tegen het het vonnis in hoger beroep gegaan. Die rechtszaak moet nog dienen.