Belangrijke getuige in jihadproces Den Haag herinnert zich niets meer
DEN HAAG - Ahmed S., een belangrijke getuige in het Haagse jihadproces, kan zich niet veel meer herinneren van de belastende verklaringen die hij heeft afgelegd. De jongeman hield dat donderdag vol tegenover de rechters die hem ondervroegen over wat S. had gezegd over de van opruiing en ronselen verdachte Azzedine C. (Abou Moussa) en Oussama C. (Abou Yazeed).
S. had de politie verteld dat hij 'op een bepaalde manier' was gehersenspoeld over de jihad, de strijd in Syrië en het martelaarschap. 'Ik wil afstand nemen van die jongens', zei S. ook nadat hij in 2014 was gearresteerd. Toen hij weer op vrije voeten kwam schoor hij zijn baard af, trok hij zijn djellaba (gewaad) niet meer aan en ging hij minder naar de moskee.
Tijdens de verhoren had S. druk gevoeld, vertelde hij donderdag. Hoewel er niet werd geschreeuwd of op de tafel geslagen, begon S. naar eigen zeggen antwoorden te geven 'waar je niet bij nadenkt'.
'Boze broeders'
Donderdag liet hij weten zich veel niet te kunnen herinneren van wat hij heeft verklaard. Eerder had S. al laten weten dat hij zijn verklaring wilde intrekken. Wat hij had verteld zou niet waar zijn. Ook vertelde hij dat hij door 'boze broeders' was aangesproken op zijn verklaringen, hoewel hij inmiddels zegt dat dit ook niet klopt.
Het verhoor van Ahmed S. maakt deel uit van een mega-proces tegen tien jihadverdachten, onder wie Azzedine C. (33) alias Abou Moussa, Rudolph H. (25) en Oussama C. (19), in de streng beveiligde rechtszaal 'De Bunker' in Amsterdam.
