Brandstichting Goudenregenstraat: eigenaren Haags restaurant horen 1,5 en 2,5 jaar cel eisen

Restaurant Chan Ya aan de Goudenregenstraat in Den Haag brandde goeddeels af
Restaurant Chan Ya aan de Goudenregenstraat in Den Haag brandde goeddeels af © Regio 15
DEN HAAG - De man en vrouw die worden verdacht van brandstichting in hun eigen restaurant aan de Goudenregenstraat in Den Haag moeten van justitie 2,5 en 1,5 jaar de cel in. Dat bleek woensdag tijdens de inhoudelijke behandeling van de rechtszaak tegen het tweetal. Daarnaast werd tegen de man nog een jaar voorwaardelijk geëist plus een psychologische behandeling, tegen de vrouw werd een half jaar voorwaardelijk geëist bovenop de celstraf. De advocaten vinden de strafeis veel te hoog.
Op
breekt er brand uit in restaurant Chan Ya aan de Haagse Goudenregenstraat. Al gauw wordt duidelijk dat het vuur is aangestoken. De dan 20-jarige Tolunay A. en z’n 18-jarige vriendin Deniz A.
. Op papier is de 18-jarige vrouw de eigenaar van het restaurant.
, en zegt dat z’n vriendin er bij heeft gestaan toen hij het vuur aanstak. Zij spreekt dat tegen en zegt dat hij haar mede de schuld geeft uit wraak, omdat ze hun relatie na de brand heeft uitgemaakt.
Justitie gelooft het verhaal van de inmiddels 21-jarige man, en vindt het alibi van de nu 19-jarige vrouw ongeloofwaardig. Dat zij ten tijde van de brandstichting bij haar moeder zou zijn geweest komt volgens de officier van justitie niet overeen met haar telefoongegevens. Daaruit blijkt dat zij en haar toenmalige vriend de hele avond samen zijn geweest.

Met een servetje

Aanleiding voor de brandstichting was een brief van de gemeente waarin werd aangekondigd dat het stel de vergunning voor het restaurant zou kwijtraken. Daarnaast had Tolunay A. volgens eigen zeggen geldzorgen. Meteen na ontvangst van de brief van de gemeente verhoogde hij de verzekerde waarde van het restaurant bij z'n verzekering.
's Avonds kocht hij met een vriend benzine, sprenkelde die door het restaurant en stak de vloeistof aan met een brandend servetje. Volgens de man was Deniz A. daar de hele tijd bij. Ze zijn samen door de nooddeur vertrokken en zijn even verderop op de tram gaan wachten. Zij bestrijdt dat, maar justitie gelooft haar niet en wil dat ook zij de cel in gaat voor het medeplegen van de brandstichting.

Persoonlijkheidsstoornis

Tijdens de vorige zitting bij de rechtbank, op 31 juli, werd besloten dat Tolunay A. onderzocht moest worden. Een psychiater concludeert over de verdachte dat hij behandeld moet worden voor een persoonlijkheidsstoornis. Justitie is het daar mee eens, maar wil wel dat de man eerst de cel in gaat en daarna een lange voorwaardelijke straf en een proeftijd van drie jaar krijgt om te voorkomen dat hij zich onttrekt aan de behandeling.
De advocaat van de verdachte, Peter Plasman, is het daar niet mee eens. Hij wijst er op dat de deskundigen vinden dat Tolunay A. zo snel mogelijk behandeld moet worden, en dat een lange celstraf alleen maar slecht is voor de toekomst van A. Plasman wil daarom dat de rechtbank een veel kortere celstraf oplegt, zodat de behandeling van zijn cliënt zo snel mogelijk kan beginnen. De rechtbank doet over twee weken uitspraak.