Onderzoek etnisch profileren door politie ter discussie

Verkeerscontrole (archieffoto)
Verkeerscontrole (archieffoto)
DEN HAAG - Groenlinks en de PVV in de gemeenteraad van Den Haag hebben vragen gesteld over het onderzoek naar etnisch profileren door de Haagse politie. De conclusie van dat onderzoek, dat er geen structureel probleem is, wordt door een onderzoeksbureau ter discussie gesteld.
Buro Jansen & Janssen heeft
bekeken en ook interne stukken over het onderzoek opgevraagd. Het onderzoek werd
, aanvankelijk bedoeld als interne studie voor de politie zelf. Etnisch profileren (dus het staandehouden en controleren van verdachten op basis van hun afkomst of uiterlijk) was toen nog niet uitgebreid in de media.
In de notulen van de korpsdirectie zou staan: 'Afbreukrisico kan zijn dat het de aandacht kan vestigen op (mogelijke) discriminatie door de politie. Dit risico is met de onderzoekster besproken. Zij begrijpt de onwenselijkheid hiervan.'

'Opnieuw de schijn gewekt'

Buro Jansen & Janssen concludeert op basis van de notulen dat politie en onderzoeker bij aanvang hebben afgesproken 'een mogelijk afbreukrisico te voorkomen, indien het onderzoek zou wijzen op discriminatoir optreden van de Haagse agenten.'
Zowel PVV als Groenlinks wil weten wat er klopt van de conclusies van Buro Jansen & Janssen. De PVV stelt dat er met de Haagse politie niets mis is, 'het is jammer dat met de gerezen vragen opnieuw die schijn wordt gewekt.' Groenlinks laat weten dat veel mensen zich door de politie verkeerd behandeld voelen. 'Mocht blijken dat de politie invloed heeft gehad op de conclusies van het rapport, is dat heel ernstig.' De gemeente laat weten de raadsvragen zo snel mogelijk te zullen beantwoorden en daarom nog niet te reageren in de media.

Bewust van afbreukrisico

De politie laat in een reactie weten: 'De universiteit heeft in 2011 gevraagd een onderzoek te mogen uitvoeren naar interactie tussen agenten en burgers en heeft daarvoor de medewerking van de politie Haaglanden gevraagd.'
'Intern is dit verzoek besproken en hierop is positief gereageerd met de opmerking dat we ons bewust moeten zijn van een mogelijk afbreukrisico. Dit hebben we besproken met de universiteit. We hebben meegewerkt aan dit onderzoek omdat we altijd open staan voor eventuele verbeteringen in ons werk.'