Misdrijven opgelost dankzij 'glasbak' van het NFI

De proef is twee jaar geleden gestart door het NFI (Nederlands Forensisch Instituut) in Rijswijk en richt zich nu met name op ramkraken en overvallen op juweliers. Die daders plegen vaak meerdere soortgelijke misdrijven. Als ze worden gepakt, is er nu een kans dat ze dankzij de databank ook nog aan oude zaken kunnen worden gekoppeld.

Want glassplinters blijven onvoorstelbaar lang zitten, weet forensisch onderzoeker Andrew van Es. 'Het gaat dan om heel kleine deeltjes, die je met het blote oog niet kunt zien', zegt hij. 'Afhankelijk van de stof blijft het lang in kleding achter - vooral in de zakken - maar ook onder schoenzolen en aan bijvoorbeeld hamers.'

Elk glas is anders, geen een ruit is hetzelfde. 'Dat komt door de grondstoffen die worden gebruikt, vervuiling in die grondstoffen en het productieproces zelf. Dat is nooit exact hetzelfde. En wij hebben zulke gevoelige apparatuur dat we minieme verschillen kunnen traceren.'

De glassplinters worden met een laser beschoten waardoor een soort nevel ontstaat. Die wordt vervolgens verwarmd tot 8.000 graden, zo heet als het oppervlak van de zon. Daardoor vallen de deeltjes in atomen uiteen. Als in het deeltje dezelfde atomen zitten als in het monster, dan komt het vrijwel zeker uit dezelfde glasplaat. 'De kans dat je zo'n overeenkomst per toeval krijgt, is ongeveer één op duizend', aldus Van Es.

De glasbak van het NFI bevat nu 150 monsters van 50 zaken. De eerste resultaten zijn zichtbaar. 'We hebben in drie gevallen een link kunnen leggen tussen een verdachte en eerdere ramkraken.' Het NFI hoopt dan ook dat de politie het verzamelen van glas nu standaard maakt in het sporenonderzoek.