Lekker met vakantie en ondertussen huis leeggeroofd: inbrekers horen celstraffen tegen zich eisen

De zaak komt aan het rollen na een inbraak op 11 mei vorig jaar aan de Henk Kompagnelaan in de Haagse wijk Leidschenveen. Midden in de nacht gaat het inbraakalarm af. De inbrekers weten te ontkomen; de bewoners zijn op vakantie. Wanneer de politie komt, vindt die op de drempel van de voordeur een gevouwen geel papiertje, waarmee de inbrekers kennelijk hadden achterhaald dat de deur al een tijdje niet was geopend. In de brandgang achter het huis wordt een plastic tas vol sieraden gevonden.

In de ochtend, een paar uur na de inbraak, lopen drie mannen door de brandgang. Agenten merken ze op en hebben de indruk dat ze duidelijk ergens naar op zoek zijn, op de plek waar de tas met sieraden had gelegen. Met lege handen stappen ze vervolgens weer in de auto bij een vierde man. En nu zitten die met zijn vieren bij de rechter. 'Wat deed u daar nou die ochtend', vraagt ze, 'want op het eerste gezicht heeft u in dat wijkje niks te zoeken.' Antwoord krijgt de rechter niet, want alle vier de mannen beroepen zich op hun zwijgrecht.

De politie pakt de mannen niet meteen op, dat gebeurt pas ruim drie maanden later op dinsdag 25 augustus. In de tussentijd worden hun telefoons afgeluisterd en dat levert volgens het Openbaar Ministerie bewijs op voor betrokkenheid bij nog vijf inbraken in die maanden. Steeds zijn de slachtoffers langere tijd van huis. De inbrekers doorzoeken rustig alle kasten en lades.

Een brandkluis die met schroeven van tien centimeter staat vastgenageld aan de muur en vloer, wordt zelfs losgehaald. Bij de vriendin van een van de verdachten wordt onder in een kast een sok vol sieraden gevonden. De eigenaar herkent ze, inclusief de kettingen waar specifieke namen aan hangen. En hij heeft de tweede sok van het paar nog in huis.

Het bewijs zit met name in de telefoontaps: rond de inbraken worden versluierde gesprekken geregistreerd en stralen hun telefoons aan in de buurt van de locaties. En een peilbaken onder de auto laat ook zien dat ze bij een paar inbraken in de buurt waren. Hoewel de verdachten niet willen zeggen wat ze dan aan het doen waren, hoeft het volgens hun advocaten op zichzelf nog niks te betekenen. Vingerafdrukken of DNA zijn niet gevonden.

Maar de officier van justitie vindt het genoeg reden om aan te nemen dat de heren verantwoordelijk zijn voor de inbraken. Een van hen wordt ook nog aan een oude zaak uit 2013 gekoppeld. Hij hoort 30 maanden cel eisen, omdat hij ook al een aardig strafblad heeft. Datzelfde geldt voor een andere verdachte, die 36 maanden hoort eisen. De twee anderen moeten als het aan justitie ligt 10 maanden de cel in waarvan 182 dagen voorwaardelijk en 18 maanden waarvan 6 voorwaardelijk.

In deze zaak werden in eerste instantie tien verdachten opgepakt. Drie van hen moeten later voor de rechter verschijnen, tegen drie anderen was uiteindlijk te weinig bewijs.