Burgemeester Aptroot 'herkent' zich niet in berichtgeving NRC over alarmberichten jihadgangers

© ANP
ZOETERMEER - De berichtgeving van de NRC over het negeren van alarmberichten over Zoetermeerse jihadgangers, is feitelijk onjuist. Dat zegt burgemeester Charlie Aptroot dinsdag in een reactie. De krant schreef dinsdagochtend dat Aptroot de gemeenteraad in 2013 onjuist geïnformeerd heeft over radicalisering in de stad.
Nadat begin 2013 de eerste jihadstrijders in Zoetermeer naar Syrië vertrokken, schreef Aptroot de gemeenteraad dat er voorheen 'geen signalen' waren dat moslimjongeren in Zoetermeer radicaliseerden, maar volgens
.
Aptroot erkent dinsdag dat hij al in 2012 een gesprek heeft gehad met de Zoetermeerse Al-Qibla-moskee, waar meerdere jongeren radicaliseerden. Hij heeft dat gesprek niet aan de gemeenteraad gemeld. De burgemeester beschouwde dat toen als een 'conflict binnen de moskee'.

Aangifte

In juli 2012 deed het moskeebestuur aangifte bij de politie nadat een bestuurslid was geslagen door een radicale moslim. In die aangifte staat dat het bestuur ‘grote problemen' ondervindt van jongeren die ‘willen radicaliseren’. Eerder dat jaar besprak het bestuur een soortgelijke klacht met de politie. Ook zouden de problemen zijn aangekaart bij Jan Waaijer, tot september 2012 burgemeester van Zoetermeer.
Aptroot zegt bekend te zijn met de aangifte en een 'mogelijke mishandeling'. Dit heeft volgens hem toen geleid tot een opsporingsonderzoek.

Al-Qibla

Opvallend aan de berichtgeving rondom de Zoetermeerse burgemeester is dat het bestuur van de Al-Qibla-moskee in 2013 tegenover Omroep West de hand in eigen boezem stak. De moskee zei toen in een schriftelijke reactie dat het bestuur 'niet alert genoeg is geweest' op radicaliserende jongeren.