Hoge Raad blijft bij veroordelingen flitspaalbom Voorschoten
VOORSCHOTEN - De flitspaalbomzaak in Voorschoten komt niet opnieuw voor de rechter. De Hoge Raad heeft dinsdag het cassatieverzoek van Jörn de V. en Erik O. afgewezen.
De twee Voorschotenaren werden in december 2014
tot respectievelijk 45 maanden celstraf (waarvan 6 maanden voorwaardelijk) en 36 maanden voor het ophangen van een vuurwerkbom aan een flitspaal.
Bij het ontmantelen van de flitspaalbom in oktober 2011 ging het explosief af. Een medewerker van de Explosieven Opruimingsdienst Defensie (EOD) verloor daarbij zijn hand.
Causaal verband
De V. en O. gingen in cassatie bij de Hoge Raad omdat ze vinden dat er geen causaal verband is tussen het maken en ophangen van de bom en het ontploffen ervan. De Hoge Raad bekrachtigt echter de veroordeling van het gerechtshof.
Wel oordeelde het hoogste rechtsprekende orgaan dat de 36 maanden celstraf van Erik O. niet in overeenstemming met de wet was, die straf is teruggedraaid naar 34 maanden.
