Justitie wil verwarde man 70 dagen in cel voor dreigen met explosie in woning Den Haag

Op de avond van 13 januari worden de hulpdiensten ingeroepen bij een huis in de Haagse wijk Wateringse Veld. De bewoonster heeft zichzelf opgesloten in de badkamer omdat ze zich bedreigd voelt door haar vriend. Als de politie arriveert wordt de vrouw met een ladder naar buiten gehaald. De

dat de politie niet moet binnenkomen, want ‘dan ontploft de boel’.

De agenten buiten vatten dat op als een dreigement dat er een explosie dreigt. Ze zien aan de deur ook electriciteitsdraden hangen en nemen de opmerking van de man serieus. Naastgelegen woningen worden ontruimd, de brandweer wordt erbij gehaald en er wordt een arrestatieteam gewaarschuwd. Binnen bonkt de man op een deur.

Volgens advocaat Michaël Mantz, die D. verdedigt, hingen de draden er omdat D. lekstroom wilde meten bij de voordeurbel. En het bonken op de deur was een schreeuw om hulp. ‘Eén van de agenten heeft ook verklaard dat hij het bonken herkende als morse-seinen. Mijn cliënt seinde S.O.S., hij wilde dus hulp,’ aldus Mantz.

De raadsman zegt dat de verdachte een psychose had, die mogelijk het gevolg was van alcohol- en drugsmisbruik. D. heeft een lange historie van verslaving aan drank, drugs en medicijnen. Door de psychose had hij het waanidee dat de draden aan de deur een explosie zouden kunnen veroorzaken. Uiteindelijk werd de man door een arrestatieteam overmeesterd en meegenomen.

Mantz vindt dat het hele voorval nooit tot een rechtszaak had mogen leiden. ‘Mijn cliënt hoort opgenomen te worden, dat hadden ze toen meteen moeten doen. Dat was veel beter geweest dan hem loslaten.’ D. is nog een paar keer bij een psychiater geweest, maar is inmiddels al een tijdje spoorloos. Hij was ook niet op de zitting vandaag.

Officier van justitie Judith van Schoonderwoerd den Bezemer vindt wel degelijk dat D. voor de rechter hoort, en in de cel moet voor het dreigen met een explosie. ‘Dit was niet zomaar een bedreiging. De veiligheid van mensen zou hier ernstig in gevaar zijn gebracht als er echt een bom was geweest. Die was er niet, maar ik neem hier in mee wat er ter plaatse allemaal is gebeurd: de mensen die bang zijn geweest, de hulpdiensten die zijn uitgerukt. Dit was meer dan een bedreiging waar je een taakstraf voor krijgt.’

De officier eiste daarom een celstraf van 100 dagen, waarvan 30 voorwaardelijk. De rechtbank doet op 15 juli uitspraak.