Volledig college in Gouda gevallen na motie van wantrouwen
GOUDA - Alle wethouders van Gouda zijn maandagavond opgestapt na een motie van wantrouwen. Eerder op de avond werd al bekend dat VVD-wethouder Laura Werger haar ontslag had aangeboden.
Direct na haar vertrek zeiden de andere wethouders dat ze zich nog zouden beraden op hun positie. Maar nadat de voltallige oppositie gesteund door de VVD een motie van wantrouwen indiende tegen het college, stapten ook de andere wethouders op.
Het rommelt al een tijdje in de Goudse politiek. Vorige week werd bekend dat de voltallige VVD-fractie uit de coalitie stapte. Dit na een ruzie over het wel of niet steunen van een motie door de coalitiepartijen. Kort daarna eisten de overige coalitiepartijen - D66, PvdA, GroenLinks en Gouda Positief - het vertrek van Werger.
Moeilijk te bevatten
De oppositie in Gouda eist nu dat er midden september een nieuwe coalitie moet zijn. D66-fractievoorzitter Thierry van Vugt zei maandagavond in een reactie dat hij de ontstane situatie moeilijk te bevatten vindt. ’We zijn het nog aan het laten bezinken. Het is een buitengewoon bijzondere zet. Je kunt altijd vinden dat het college het niet goed doet. Maar de situatie die nu ontstaat, waarbij vier wethouders op straat worden gezet, dat is voor de stabiliteit in de stad een zéér vreemde zet. Ik snap het gewoon niet.’
De andere coalitiepartijen reageren in soortgelijke bewoordingen. Zij vrezen dat Gouda de komende tijd moeilijk te besturen valt.
Ingreep noodzakelijk
Volgens ChristenUnie-fractievoorzitter en woordvoerder van de oppositie Theo Krins is een harde ingreep in de Goudse politiek echter noodzakelijk. ‘We wilden een trendbreuk bereiken. Afgelopen jaar heeft het college al een motie van wantrouwen aan de broek gehad. Toen vanwege de PWA-kazerne. Maar onze signalen worden niet opgepakt. Wij willen een meer open bestuurscultuur, en dan is dit de enige optie. Na het wegvallen van de VVD was het vertrouwen in de coalitie helemaal weg.’
Krins zegt dat er de afgelopen tijd nog wel overleg is geweest. En kregen de wethouder en coalitiepartijen nog een kans. ‘Maar dat leverde geen nieuwe feiten op.’ En dus volgde de motie van wantrouwen.
