Toen kamperen nog een ‘sport’ was, zo deden je (groot)ouders het

DEN HAAG - Wist je dat kamperen vroeger als sport werd gezien? Dat je tot 1935 mocht wildkamperen in Nederland? En dat één op de vier kampeerders in Europa een Nederlander is? Dit alles en meer kom je te weten over de geschiedenis van kamperen in de tentoonstelling ‘Onder de luifel. 75 jaar ANWB en kamperen' in De Rotonde in Den Haag.
Met de tentoonstelling viert de ANWB de 75ste verjaardag van het kampeer- en caravantijdschrift De Kampioen. De eerste editie verscheen in 1941. Vlak voordat de Duitsers kamperen in Nederland verboden.
De tentoonstelling laat met oude foto’s en attributen zien hoe het kamperen zich ontwikkelde van ‘sport’ naar ‘luxe'. Zo naaiden kampeerders vroeger hun eigen tent en rugzak. Een echte kampeerder stookte zijn eigen vuur en haalde water bij de pomp een halve kilometer verderop. En uitslapen was er niet bij. Op sommige campings ging de ochtendgong al om 6.30 uur. Om alle vaardigheden onder de knie te krijgen, kon je in de jaren vijftig en zestig op kampeercursus. Daar werd je ook meteen geleerd hoe je je moest gedragen. Want in een campingoutfit mocht je het dorp niet in.  

Omroep West is erbij


Zaterdag 23 juli is Omroep West op de tentoonstelling aanwezig. Presentator Victor Posthuma geeft je in het radioprogramma ‘Uit’ de leukste uittips en gaat natuurlijk uitgebreid in op de tentoonstelling. Je beluistert ‘Uit’ zaterdag van 9.00 tot 12.00 uur op 89.3 FM of via de live-stream. Langskomen mag ook. De toegang tot de tentoonstelling is gratis. Voor de eerste twintig bezoekers staat de speciale Omroep West goodiebag klaar.