Max Caldas loopt niet weg na missen medaille: 'Ik ga door tot Tokio 2020'

Bondscoach Max Caldas (rechts) tijdens de shoot-outs tegen Duitsland.
Bondscoach Max Caldas (rechts) tijdens de shoot-outs tegen Duitsland. © ANP
LEIDERDORP - Bondscoach Max Caldas van de Nederlandse hockeyers deed donderdag in Rio de Janeiro een opmerkelijke ontboezeming. 'Ik ga door tot Tokio 2020', liet de Leiderdorper en tevens Argentijnse oud-international weten.
Hij kwam tot zijn spontane uitspraak, die hij op verzoek nog een paar keer herhaalde, op een bijzonder moment: Oranje had net via shoot-outs de
(3-4, na 1-1 in de reguliere speeltijd). Bovendien: officieel loopt zijn contract nog maar tot het WK 2018.
Caldas lichtte zijn opmerking over zijn lange toekomst bij Oranje verder niet toe. 'Ik heb niet het gevoel dat ik de afgelopen anderhalf jaar met deze ploeg een afslag heb gemist', zei de voormalige succescoach van de Nederlandse vrouwenploeg. 'Er gaan dingen zeker goed in het programma, maar soms moet je eerst dingen kapotmaken, voordat je verder kunt bouwen. Het draait niet alleen om winst en verlies.'

Verval te groot

Volgens Caldas, die vorig jaar met zijn nieuwe team nog wel de Europese titel veroverde, was het verval in het Nederlandse spel bij het olympisch toernooi veel te groot. 'We zaten in de kwartfinale tegen Australië op een piek, want we hebben die ploeg verpulverd', blikte hij op de fraaie zege op de wereldkampioen (4-0) terug. Daarna volgde echter een afgang tegen België (1-3).
'Ik zeg niet dat we België hebben onderschat, maar we hebben dat team niet volledig gerespecteerd. We waren veel minder scherp in de benadering van die wedstrijd. We dachten misschien dat we het wel even zouden oplossen tegen België. Nou, dat lukte dus niet en nu worden we nog vierde ook. We hebben ervoor gestreden, maar het was niet goed genoeg voor brons. Dat moet wel pijn doen en lang ook.'

Geen toeval

Volgens Caldas is de blamerende vierde plek voor Oranje in Rio echter geen toeval. 'Natuurlijk, we kwamen hier om de olympische finale te spelen. De Nederlandse mannenploeg wacht echter al zestien jaar op een nieuwe hoofdprijs. Het is dus een trend, die ik graag met een goed topsportbeleid wil omkeren. Dat is echter een kwestie van keuzes maken en ik ben bang dat het in 2017 of 2018 nog niet in orde is.'