Leidse studente geeft vergeten oorlogsverhalen uit dagboek terug aan nabestaanden

LEIDEN - Een teruggevonden oorlogsdagboek is dankzij onderzoek aan de Universiteit Leiden terug bij de nabestaanden van de schrijfster van het boek. Kitty Ouwens beschreef daarin hoe zij en haar geliefde door de Tweede Wereldoorlog uit elkaar worden gedreven.
De jonge vrouw leeft tussen hoop en vrees als haar vriend - die later haar echtgenoot zou worden - naar Duitsland wordt afgevoerd. Beiden zijn dan nog geen twintig jaar oud. Als hij in het gebombardeerde Duitsland te werk wordt gesteld, neemt bij haar de angst toe: haar brieven aan hem worden na enige tijd ongelezen retour bezorgd. Aan alle onzekerheid komt een einde als hij na de oorlog terugkeert en herenigd wordt met zijn geliefde.
Het dagboek raakt daarna in de vergetelheid. Een opkoper krijgt het in zijn bezit na het overlijden van de schrijfster. Via een boekenmarkt in Utrecht komt het uiteindelijk op een Amsterdamse veiling terecht. Daar besluit de Universiteit Leiden het werk te kopen en toe te voegen aan de collectie van de Universiteitsbibliotheek.

Twee geliefden

Studente Mirjam Romeijn begint in het voorjaar met haar onderzoek naar het historisch belang van het dagboek. Uiteindelijk wijdt ze er haar hele masterscriptie aan. 'Ik was vooral benieuwd of de twee geliefden elkaar zouden terugvinden na de oorlog en of ze getrouwd waren', vertelt ze. 'Toen ik erachter was dat dit hen gelukt was, wilde ik ook graag op zoek naar de nabestaanden. Het voelde heel gaaf toen ook dat lukte.'
Ineke Kaars-Schutten is blij verrast als ze te horen krijgt dat het dagboek van haar moeder bewaard gebleven is. 'Mijn moeder las er vroeger uit voor aan mijn broertje en zusje', vertelt ze. 'Ik had het nog nooit gezien. Heel bijzonder om alle verhalen uit de prille relatie van mijn ouders te lezen. Ze kenden elkaar van school en waren destijds pas net samen en besloten om tijdens de moeilijke oorlogsjaren contact te houden. Na zijn terugkeer uit Duitsland in juni 1945 zijn ze getrouwd.'

Brieven aan 'Hannibal'

Aangezien er geen namen in de verhalen genoemd worden, was het lastig de herkomst van het dagboek te traceren. Schrijfster Kitty, die zich ook wel 'Klaartje' of 'Cathalina' noemt, schrijft haar geliefde 'Henk'. Maar in een passage noemt ze hem bij zijn koosnaampje 'Hannibal', en ook komt later de achternaam voorbij. Romeijn begint een zoektocht naar de nabestaanden, die uiteindelijk in het Noord-Hollandse Kudelstaart blijken te wonen. 'Het was een heel intens moment waarop de nabestaanden het boek openden', vertelt Erik Weber van de Universiteit Leiden. 'Ze hadden het dagboek van hun moeder nog nooit gezien.'
Het originele dagboek blijft in de collectie van de Universiteitsbibliotheek goed geconserveerd. 'Aanvankelijk dacht ik: dat is ons familiebezit', vertelt Kaars-Schutten. 'Het is een oud document, in de oude spelling: woorden als 'mensch' zijn met '-sch' geschreven, of 'groote' met een dubbele 'oo'. Maar nu ik een kopie van de volledige tekst in bezit heb gekregen en het origineel altijd kan opzoeken, heb ik er vrede mee dat het origineel in Leiden blijft.'