PvdA: ‘Den Haag moet meer doen om babysterfte tegen te gaan’

Een pasgeboren baby
Een pasgeboren baby © Archief
DEN HAAG - De gemeente Den Haag moet meer doen om babysterfte tegen te gaan. Vooral onder bepaalde groepen - creolen en hindoestanen - is de babysterfte nog veel te groot, vindt de PvdA in de Haagse gemeenteraad.
Den Haag voert al jaren de lijstjes aan met de hoogste babysterfte in de grote steden. ‘Wij willen een oplossing en pleiten daarom voor meer aandacht voor vrouwen met een niet-westerse achtergrond in de wijken waar de babysterfte het hoogst is,’ aldus PvdA-fractievoorzitter Martijn Balster.
Het aantal Haagse baby’s dat in de periode vanaf 22 weken zwangerschap tot een week na de geboorte overlijdt (perinatale sterfte) is de afgelopen jaren in heel Den Haag afgenomen, blijkt uit recente cijfers. Onder bepaalde groepen is de daling echter veel minder sterk. Bij creolen sterven nog altijd 16,6 op de 1000 baby’s vroegtijdig. Dat is twee keer zoveel als gemiddeld.

Samenwerken

Sinds 2012 werken vertegenwoordigers van de kraamzorgorganisaties, verloskundepraktijken, ziekenhuizen en jeugdgezondheidszorg samen met GGD Haaglanden om de sterfte naar beneden te krijgen.
Maar dat heeft volgens de PvdA nog niet voldoende effect. De fractievoorzitter wil daarom dat de gemeente een aantal maatregelen neemt. Zo zouden zwangere vrouwen een buddy kunnen krijgen.

Reden

Een precieze reden voor een hogere babysterfte onder bepaalde groepen, is niet bekend. Mogelijk komt dat omdat baby’s vroeger worden geboren, het geboortegewicht lager is en vrouwen later dan anderen naar een verloskundige gaan. Verder zouden ook sociaal-economische factoren een rol meespelen.