Laatste Haagse politiejeep naar museum vervoerd

DEN HAAG - De laatste Haagse politiejeep is maandag naar het museum gebracht. De politie in Den Haag heeft ruim 70 jaar als enige korps in Nederland met Jeeps gereden, maar ze zijn niet meer van deze tijd. De Jeeps zijn té open, en dat is tegenwoordig gevaarlijk.
Na de Tweede Wereldoorlog deed de Jeep zijn intrede bij de Haagse politie. Eerst met uit Frankrijk geïmporteerde ex-legervoertuigen, later met nieuw aangeschafte wagens. De laatste generatie, van 14 auto's, was pas tien jaar oud. 'Sommige hadden nog geen 15.000 kilometer op de teller,' weet Hans van Wingerden, oud-politieman en auteur van een boek over de Jeeps bij de Haagse politie.
'Aan elke nieuwe serie werd wat verbeterd, en nu we de perfecte Jeep hadden gaat hij weg,' aldus Van Wingerden. Maar de half open auto’s zijn niet meer van deze tijd, weet de oud-politieman. 'Vroeger stoven ze uit elkaar als je hierin aan kwam rijden, tegenwoordig gooien ze van alles bij je naar binnen.'

Enige korps

De politie van Den Haag is altijd het enige korps geweest dat met Jeeps reed. 'Tsja,' zegt Van Wingerden, 'Amsterdam heeft heel lang vast gehouden aan de motor met zijspan, dan kon de man in de zijspan met zijn wapenstok zwaaien, en Rotterdam had zijn Chevrolet C10. Nu wordt het allemaal landelijk geregeld, dat is wel beter.'
Van de laatste serie zijn dertien auto’s geveild. De wagens zijn gestript van alle politiekenmerken als zwaailichten en roosters voor de ruiten. Volgens Hans van Wingerden waren ze snel verkocht. De veertiende politiejeep is maandag naar het brandweer en politiemuseum PIT in Almere vervoerd.