HagaZiekenhuis biedt nieuwe behandeling tegen kanker aan

DEN HAAG - In het HagaZiekenhuis kunnen patiënten met uitgezaaide long- of niercelkanker een nieuwe behandelvorm krijgen. Dankzij Nivolumab is het mogelijk dat de ziekte bij een aantal patiënten langer onder controle blijft.
Nivolumab is een vorm van immunotherapie: een behandeling die het eigen afweersysteem stimuleert om de kankercellen aan te vallen. Het HagaZiekenhuis is het enige niet-academische ziekenhuis in Zuid-Holland dat Nivolumab mag voorschrijven voor beide aandoeningen.
‘Tot vorig jaar was er bij patiënten met uitgezaaide longkanker die chemokuren kregen, geen andere optie dan een nieuwe reeks chemokuren. Maar de kans dat de tumor erdoor wordt verkleind, is niet zo groot’, zegt Pepijn Brocken, longarts-oncoloog van het Haagse ziekenhuis. De therapie heeft minder bijwerkingen en biedt patiënten meer kans op verbetering of stabilisatie.
Enthousiasme
Danny Houtsma behandelt patiënten met niercelkanker en hij is erg enthousiast. ‘Bij een selecte patiëntengroep met uitgezaaide niercelkanker kan de therapie veel baat hebben’, legt de arts uit. ‘Niercelkanker reageert niet op chemotherapie. De standaardbehandeling bestaat uit zogenaamde angiogeneseremmers: deze remmen de vorming van nieuwe bloedvaten. Daardoor kunnen tumoren soms worden geremd in hun groei.’
Wanneer deze behandeling niet meer werkt, kan Nivolumab nu worden overwogen. Volgens Houtsma heeft het middel relatief weinig bijwerkingen en is er een kans dat de ziekte bij patiënten langduriger onder controle blijft.
Samenwerken
In een wekelijks overleg worden alle patiënten besproken die met het middel worden behandeld. De longartsen overleggen ook met het Erasmus Medisch Centrum Rotterdam.
Volgens Brocken is de multidisciplinaire aanpak bij dit soort middelen van groot belang, vooral vanwege het behandelen van mogelijke bijwerkingen. ‘We zijn blij dat we onze patiënten deze behandeltherapie nu kunnen aanbieden. Alle bevindingen worden wetenschappelijk vastgelegd zodat we op langere termijn kunnen aantonen hoe effectief het middel is.’